25 sept.- De Pijl. Ik kom er sinds januari ‘68 toen ik voor het eerst op de koperen klopper van nr. 3 bonkte. Een week eerder hadden we voor het eerst gedanst. Annemarie opende ietwat verlegen, maar sprankelend de bovendeur, klaar voor de soos aan het Zevenend. Haar jarige moeder zwaaide nieuwsgierig. Schoonzus Joke woont nog in het ouderlijk huis. Sinds de jaren vijftig is er niets veranderd. ‘Geluk is er nog steeds heel gewoon’. Tot aan hun hoge leeftijd heeft zij vader en moeder verzorgd. Voor Annemarie was de voormalige Korte Pijl een warme en beschermde omgeving. Nooit alleen, altijd met Betty. Totdat moeder vond dat haar drie jaar oudere zusje wat later naar bed mocht. Doodsbang ging Annemarie alleen de trap op. Bij de ‘Bittertjes’ speelde alles zich aan tafel af. Verhalen over géén kleuterschool, de brandweer, het zangkoor, onderduikers, de eendaagse reis met de KRO naar Rome of over de buurtjes die in het krappe straatje nagenoeg familie waren geworden. Zoals Annemarie’s oom Cees Bitter op nummer 1. Op 7 woonde ‘ome’ Gijs. Zondags klonk er luid klassieke muziek uit het inmiddels gesloten, maar nog volledig ingerichte café. ‘Wilhelmina’, opgericht in 1895 door Hein Duurland, de oom van ‘ome’ Gijs. Vanaf 1905 een volwaardig café. Bij zijn overlijden werden broer en zus Gijs en Tonia eigenaren. 23 jaar lang. Naast recepties en vergaderingen van erepoortcomité Oosterend, werd er op het groene laken gestreden door clubs als ‘Wilhelmina’, de ‘Boerenhofstede’ en ‘Nieuw Laren’. Een sigaar voor iedere gewonnen partij per speler en voor de winnende biljartploeg spekpannekoeken door ‘ome’ Gijs zelf gebakken. ‘Het was al vrij laat toen de biljartwedstrijd was geëindigd, de sigaren opgerookt en de pannekoeken verorberd.’ (De Bel 1954)


Gijs was ook electriciën met naast het café een electrotechnisch bedrijf.
In 1955 sloot het café. Van de biljartclubs kreeg Tonia een mooie plant, Gijs grammofoonplaten en een enveloppe met inhoud. ‘Wilhelmina’ ging verder als slijterij tot 1966, het jaar dat hij trouwde met Marie de Haas. De cafébezoekers – al of niet dronken in de heg belandend- werden op de Pijl 3 uitvoerig besproken: ‘De man met de sjaal’, ‘Slappe Dirk,’Bram Bijl’. Die laatste liep mank. Met de ellebogen leunend op het kozijn van het slaapkamerraam riepen de zusjes vanwege het luidruchtig gezang van de stamgasten:” Bram Bijl houd je smoel dicht”. Annemarie’s moeder die dit wat al te gortig vond, bootste met de wasstok op de trap het moeizame lopen van ‘de klusjesman bij Hamdorff’ na. De twee kleintjes vlogen van schrik onder de dekens uit angst dat de stamgast verhaal kwam halen. ‘Ome’ Gijs was een bijzondere man. Als ik voor mijn werk of met Annemarie op vakantie naar een ver oord reisde, stuurden we altijd een ansichtkaart. Steevast bij thuiskomst liep hij naar de heg, en vertelde met zijn hoge hese stem dat hij de locatie in de atlas gevonden had:”Dat moet bijzonder zijn geweest.”
Iedere 6e januari brandde hij drie kaarsjes boven de deur. Als in het streekverhaal ‘Waar de sterre bleef stille staan’van Felix Timmermans. ‘Het leek, alsof de tijd aan ‘t wachten was om voort te gaan.’ De Vlaming had het net zo goed voor het authentieke straatje in Laren geschreven kunnen hebben.
Onder foto: Foto’s Historische Kring Laren en Lydie Knuvers
Leo Janssen
