7 aug.- Niemand kan zo bij een stoplicht staan als Leo Janssen.In grote tegenstelling tot ieder ander, wij kijken allemaal reikhalzend uit naar het verlossende groen, staat de chroniqueur, vaak met de handen op zijn rug, alle kanten van het dorp in de gaten te houden.
Leo ziet alles.
Hij geeft in ieder geval de stellige indruk dat niets hem ontgaat. Het groen aan de overkant lijkt hem niet te boeien. En wie Leo een klein beetje kent, weet dat er dan weer een verhaal in de maak is.
Er is niemand die ik zo vaak door het dorp zie lopen als Leo Janssen. Maar net op het moment dat de man op het terras van het Bonte Paard mij had verteld, dat hij ooit, na vijfentwintig jaar huwelijk, zijn koffer had gepakt en definitief de deur achter zich dicht had getrokken, omdat zijn vrouw de stem van de Franse zangeres en godin Barbara had vergeleken met kattengejank, zag ik hem niet.
Ik zag Ad Visser oversteken en zag een zwaaiend handje twee tafels verder. ‘Hallo.’ ‘Zeg Hallo!”Eh…nou zeg! Hallo! Kunnen wij wat bestellen? Een overvol terras en een jongen in de bediening, die zijn benen uit zijn lijf liep. En dan zo’n pedant Goois handje. Interessant en alle reden voor ergernis.
Maar geen Leo Janssen. De ontboezeming van de man, die ik nooit eerder ontmoet had, kon op mijn sympathie rekenen. De pure poëzie van de teksten en de sierlijke melodieën, allemaal gezongen door een stem die rechtstreeks door god lijkt gezonden; Daar ga je natuurlijk niet mee spotten. Maar meer dan een instemmend knikje en een luisterend oor had ik de man niet te bieden. Een liefhebber is niet altijd een kenner.
Leo, die juist nu in geen velden of wegen te zien was en waarschijnlijk ergens halverwege Lage Vuursche liep, had dat zeker wel gehad. Het hoofd een klein beetje schuin en de bekende glimlach op de lippen.Zonder enige vorm van inleiding.’Tja…Barbara.’
‘ Les Deux Magots. Wat zal het geweest zijn? 1977 of 1978? Het oude tafeltje van Ernest Hemingway. Daar zat ze.’ Mijn blik ging even naar de man, die zat te luisteren als een kind naar een spannend verhaal. En Leo?
Die vertelde het verhaal alsof hij zojuist een pakje paneermeel had gekocht bij de Jumbo.Barbara. Gewoonste zaak van de wereld. ‘Ik herkende haar direct en liep op haar af.’ ‘Madame Serf! Want zo heette ze in werkelijkheid. ‘Janssen is de naam. Leo Janssen.’
De man met het zwaaiende handje, een tafel verderop, imponeerde zijn eigen gezelschap met de foto’s van zijn nieuwe Landrover.Bij ons aan tafel kreeg de man eindelijk het gevoel van begrip voor zijn actie van jaren terug.
‘Dis, quand reviendras-tu? Dis, au moins le sais-tu? Que tout le temps qui passe….’
En daar had Ivo Niehe nog een puntje aan kunnen zuigen.
Wim Jordaan