19 apr.-
Het allerleukste aan het Eurovisie Song Festival zijn de reacties vooraf. Dat begint elk jaar, want niet elke traditie in Nederland gaat overboord, steevast met de presentatie van de kandidaat of kandidaten, met als volgende stap altijd het liedje. Want daar gaat het nu eenmaal om. Of het zou er om moeten gaan.
Elk jaar opnieuw horen we ze weer; de oud-deelnemers, producers, liedjesschrijvers, ‘bekende’ Nederlanders en de, allemaal op dezelfde manier zingende Musical-voorhoede.
En meestal vinden ze het allemaal ook even ruk.
Maar omdat ongevraagd een mening ook een teken van leven is, stromen de sociale media vol met nostalgie en heimwee naar betere tijden.
Het doet altijd een beetje denken aan de Ajaxsupporters, die tegen beter weten in vol blij houden dat hun club echt een topclub is. Wat er ook gebeurt, ze volharden in de abracadabra afkorting, waaruit moet blijken dat ze de beste zijn. Dus maken zijn van de eerder genoemde sociale media een jachtveld.
Maar dit jaar slaat alles. En dat heeft natuurlijk alles te maken met het feit, dat niemand erg enthousiast wordt van onze inzending. Daar komt nog bij dat het vocale gedeelte, in ieder geval tot nu toe, niet echt is om over naar huis te schrijven.
En dan zijn we best bereid om te vergeten dat het overgrote merendeel van alle inzendingen uit andere landen ook totaal ruk is. Om nog maar te zwijgen van onze eigen inzendingen in de geschiedenis.
De hel brak in eerste instantie ook los over ‘Calm after the storm’ van The Common Linnets. Maar die werden tweede, dus werden ze na afloop geadopteerd en geknuffeld door dezelfde afzeik-elite.
Vind ik ‘Burning Daylight’ zelf een leuk liedje?
Nee integendeel.
Maar wie kan dat wat schelen?
Ik vond How do you do van Mouth & Mac Neal een meer dan briljante inzending. Slim gemaakt, vrolijk en vooral pakkend.
Maar nogmaals, niemand kan het iets schelen wat ik ervan vind.
Het festival is altijd onderhevig geweest aan de tijdsgeest. Zelf vind ik dat even logisch als jammer. Want een avondje met chips en bier en heel veel liedjes is niks meer of minder dan leuk en oppervlakkig vermaak.
Lang leve de vrolijke niemendalletjes op die ene, verdomd lange, avond in het jaar.
Zoals Pearls, zeer toepasselijk uit Liverpool. Ergens in de jaren zeventig.
Douze points.
Omdat ik er vrolijk van wordt.
Wim Jordaan