29 nov.-
De indrukwekkende speech die Laarder Stef van Breugel gisteren hield bij de finissage van de expositieruimte BelArt in het BEL kantoor aan de Zuidersingel in Eemnes:
‘Ik heb een schilderijtje meegenomen van een Blaricumse kunstenaar. Ik kreeg het enkele jaren geleden van haar. Het hangt bij mij aan de muur of staat wisselend verscholen tussen allerlei andere grote en kleine schilderijtjes. Een van mijn dochters, die in Singapore woont en werkt, was afgelopen week bij mij en zei me: Pap, dat dingetje, dat doet me zo veel, maar ik weet niet waarom. Tess zei ik, ik heb hetzelfde. Ik heb het bij haar in de keuken zien hangen en was er altijd verliefd op. Zij zag dat en gaf het me. Wil je het voor me reserveren?, zei Tessa, waarbij ze in het midden liet voor wanneer. En dat was maar goed ook!
Wat zou dat toch zijn? Dat dit schilderijtje mij en haar in beweging zet? Ik heb geen idee hoe lang Bia er aan gezeten heeft. Had ze een inval of begon ze er aan zonder te weten waar zij uitkwam. Verveelde zij zich misschien, had ze even niets te doen en heeft ze gedacht ‘ach ik ga maar eens aan het werk, terwijl het schilderen helemaal geen werk is’. Wat zou het toch zijn dat we ons door een onnozel schilderijtje overvallen voelen, geraakt, geroerd.
Rudi Fuchs heeft eens gezegd dat bij het kijken naar kunst onze verbeelding aangezet wordt. We worden een beetje gek in ons hoofd, denken meer te kunnen dan we echt kunnen, en weten dat we leven. We worden in de emotie gezet, voelen en denken scherper, zijn meer dan eerder aanwezig. Ik weet het uit eigen ervaring, en ik denk jullie ook.
Jose Barosso, oud-voorzitter van de Europese Commissie, zeg maar een voorganger van Ursula von der Leyen heeft zijn Europese ambtenaren bij een nieuwjaarstoespraak (2010) bevolen naar kunst te kijken en poezie te lezen. Kijken naar kunst zei hij verruimt onze blik omdat zij grensoverschrijdend is. De openheid naar de wereld en naar het innerlijk; mannen en vrouwen die aan politiek en beleid doen zouden die zich eigen moeten maken. Kunst sensibiliseert voor wat onderliggend speelt. Het maakt gevoelig voor onverwachte gedachten en ingevingen, ontwikkelingen die we niet benoemd hebben en niet zagen maar die er wel zijn. Willen we, zegt Barosso, goed beleid kunnen maken dan moeten we ons open stellen voor iets dat we niet kennen maar dat over pakweg tien jaar het licht doet schijnen. Voor iets waar we desnoods niet graag naar kijken.
In zou ik tegen de burgemeester en het college zeggen, laten we eens koffie drinken want er gaat iets mis. Er gaat iets goed mis. Barosso zag scherp dat politici en ambtenaren die regels en wetten maken en beleid, zichzelf moeten kunnen aanspreken om tot een intellectuele prestatie te komen. Er is voor nodig dat zij diep voelen, intens denken, waarnemen, zich laten verleiden door schoonheid en ontdekken wat het is opgetild te worden; het is zo nodig voor een overheid die een samenleving in haar kracht wil zetten. Het vertrek van BelArt, ten behoeve van kantoorruimte, ik heb althans begrepen dat dat de afweging is; ‘jongens kom nou toch’.
In de Europese geschiedenis met zijn verlichting is de humaniteit een opdracht richting het voelen, de rede en de vrijheid. Het gaat om het beheer van de aarde en de mensheid. Een van de problemen in de relatie tussen overheid en burger is de lege grammatica. Denk maar aan de toeslagenaffaire. Burgers begrijpen niet goed meer hoe de overheid denkt en voelt. Voelt ze wel? Het gaat er niet om dat burgers op voorhand in hun gelijk staan, maar wel om hoe ze hen laat zien wat empathie is. Opdat zij zich gezien voelen en begrepen.
Achter dat kleine schilderijtje waar ik het over had, het is van Bia Maas gaat een wereld schuil. Wat zou ik de burgemeester, het college en de ambtenaren graag willen mee nemen naar die wereld. Zoals naar het kantoor van de Nederlandse Bank. Het hangt er vol van de meest prachtige kunst. Het roept als je er bent het gevoel op dat je onderdeel bent van een opdracht, een taak en een missie. Die opdracht is de veelzijdigheid, de nuance, het verschil van mening niet te vergeten. Het zijn de basiswaarden onder de levendige democratie. Het gaat mij er niet om de behoefte aan kantoorruimte weg te blazen, de wereld moet ook bestuurd worden, maar er gaat hier wel iets mis. De harde scheiding die wordt aangebracht tussen het private en het publieke, het private en het publieke, het toevallige en het doelgerichte, het formele en het informele, het hoeft niet zo. Denk maar aan de Nederlandse Bank. Nota Bene in onze regio waar Piet Mondriaan en Lou Loeber floreerden. We zouden allemaal een dienaar willen zijn van de herinnering en de geschiedenis. Leunen op de schoonheid en kracht die schuilt in wat zij hebben achtergelaten. Aanschurken tegen de belofte van hedendaagse kunstenaar om in die traditie te staan. Haar behoefte om, juist met de overheid, te laten zien wat zij hebben gemaakt; ik snap die. We zouden hen bij ons moeten houden.
Ik weet niet of de burgemeester van Eemnes aanwezig is of iemand uit het College. Zou ik het er met jullie niet nog eens over mogen hebben. Zou ik jullie mogen uitnodigen voor een koffie bij mij in Laren staat de koffie!
Stef van Breugel