21 febr.-
‘Oh ja! En dan die uitgezaagde eenden, die iedereen plotseling in de vensterbank had!’ Ze trok er een gezicht bij alsof iemand een scheut vitriool in haar Chardonnay had gedaan. Haar vriendin gierde het uit en het halve terras bij het Bonte Paard keek op naar de twee dames onder de comfortabele heaters.
‘Vreselijk,’ kon ze nog uitbrengen tussen de slappe lach door. ‘En wat dacht je van al die lelijke tuinsetjes van Blokker! Eenheidsworst van de bovenste plank.’ Ze waren het er volledig over eens: mensen zijn kuddedieren met vooral ook nog een slechte smaak. Alles werd erbij gehaald en daarna vakkundig gefileerd.
Ikea, Action, Riviera Maison en nog veel meer. En de conclusie was dat vrijwel niemand meer een eigen smaak had, die ook nog vergezeld ging van wat esthetisch inzicht. ‘Want laten we eerlijk zijn. Sommige dingen kunnen toch echt niet! Wij doen toch ook niet elke dag hetzelfde aan?’
Ik keek met een schuin oog naar de twee en kon zo op het eerste oog weinig verschil zien. Maar mijn inzicht in kleding en vooral mode is van mindere kwaliteit, moet ik bekennen. Tussen het denigrerend neerzetten van de halve mensheid, bleven ze het uitgieren van de lach.
Want wat zou een mens zonder humor nog zijn! Toen één van de medewerksters van het Bonte Paard voorbij liep, vroeg de vrouw van de uitgezaagde eenden om nog twee glaasjes wijn.‘Oh juffrouw, heeft u misschien ook een bakje water voor de hond?’
Automatisch keek ik omlaag, onder de tafel en ik keek recht in de ogen van een bruine Labradoodle, in Nederland ook wel de Labradoedel genoemd. Een Labradoedel dus. Het resultaat van fokken met poedels en labradors. Niet als ras erkend door de FCI (Fédération Cinologique Internationale) maar in groeiende populariteit een geduchte concurrent voor Padelbanen en de Rotterdamse ‘Kapsalon’.
Een modehond met een gezellig karakter en net zo ‘kindvriendelijk’ als de gemiddelde Vinex-wijk in Nederland. Zie je een hond, dan is de kans groot dat het zo’n Labradoedel is. Zo vaak, dat het verlangen naar het zien van een ouderwetse teckel soms groot is.
Het lag op het puntje van mijn tong om iets te zeggen. Maar ingetogen en beschaafd als ik ben, heb ik keurig mijn mond gehouden.
Ik moest alleen maar denken; ‘Je hoeft helemaal niks uit te zagen om toch net zo’n kuddedier te zijn als de rest van de mensheid.’