9 mei.- Deze zondag kan het zomaar gebeuren. Het is sport, dus niks is zeker, maar bij winst op voormalig Hoofdklasser en hockeybolwerk SCHC, zijn de heren van Laren kampioen en keren zij na bijna een decennium terug in de hoogste afdeling van het Nederlandse hockey.
En dat mag heel bijzonder genoemd worden.
Bijzonder, maar vooral verdomd knap. Over onze plaatselijke hockeyclub, die ik persoonlijk het grootste kroonjuweel vind van het dorp, is de afgelopen jaren veel gezegd en geschreven. In sommige gevallen was dat feitelijk, maar veel vaker op niks gebaseerde onzin.
Ik denk dat ik nu zo’n kleine veertig jaar professioneel naar sport kijk. Gewoon op een tribune of langs de kant, met een blocnote in de zak. En in die tijd heb ik erg veel verenigingen gezien. Een flink deel daarvan bestaat niet eens meer. De maatschappij is veranderd en daarmee ook het oude verenigingsleven. Met name veel voetbalclubs hebben het hoofd niet boven water weten te houden. En dat waren in de meeste gevallen clubs, waar ‘gezelligheid’ de boventoon voerde en ambitie een vies woord was.
Sport begint altijd bij recreatie en breedtesport. Maar ambitie en ‘topsport’ zijn vaak de motor waarop een vereniging en dus de breedtesport kan blijven draaien. Of zoals een vooraanstaand dorpsgenoot ooit tegen mij zei: “Mijn vader zei altijd al, dat als het goed gaat met het vlaggenschip, dan gaat het ook goed met de vereniging.”
Een waarheid als een koe. Topsport en breedtesport zijn onlosmakelijk verbonden met elkaar. De kunst is om altijd het evenwicht te behouden.
‘Gezellige’ voetbalclubs zonder visie en ambitie? Die kunnen wachten op een fusie of verdwijnen in de vergetelheid.
Na de jaren, waarin het niet meer dan normaal was in de hockeysport om veel gebruik te maken van buitenlandse diensten, kwam er noodgedwongen voor veel clubs een ommekeer. Wat moet, dat moet.
Vreemd was wel dat er veel kritiek kwam op de tijd, dat veel buitenlandse toppers in de hoofdklasse actief waren. Opeens werd iedereen roomser dan de paus. Want zo vreemd was dat niet. Er was geld en de Nederlandse hockey competitie geldt als de sterkste van de wereld. Wie wil daar nou niet in spelen?
Goede Nederlandse volleyballers of waterpoloërs, die voor een mooi contract in Italië kunnen spelen. Niemand die het gek vind. En terecht, want dat is het ook niet.
Maar met terugwerkende kracht kritiek hebben op Australiërs, Engelsen en Argentijnen in de beste competitie van de wereld, werd plotseling als ‘not done’ gezien. Hypocrisie ten top en een klap in het gezicht van de mensen met een visie destijds.
Overal kregen hockeyclubs het moeilijk. Ook in Laren. Er waren schulden en tegelijkertijd moesten er investeringen gedaan worden om de breedtesport gewoon te laten functioneren. Dus sprongen gemeenten bij, ook Laren. Volgens mij geen verdienste, maar volstrekt maatschappelijk verantwoord handelen.
Met de hand op de knip, maar met dezelfde gezonde ambitie, gingen de jaren voorbij aan de Eemnesserweg. En met succes. Want visie betaalt zich altijd uit.
Naast de vele jeugdteams en recreanten heeft Laren een fantastisch dames 1, waarbij nadrukkelijk gekozen is voor de weg van de geleidelijkheid. Nu nog groeiend en prima acterend in de Promotieklasse. Maar op zeker, als de visie en de focus blijven, een toekomstig stabiele hoofdklasser.
En zo ging het bij de heren ook. Stap voor stap, met doorgestroomde jeugd, een geweldige technische staf en begeleidingsteam.
Zondag, of uiterlijk de week erop komt de beloning. Een groot compliment voor het team, maar zeker ook voor al die mensen binnen de club, die hun visie nooit hebben laten verstoren door halfbakken kritiek van ‘de beste stuurlui aan de wal.’
Een middagje Heren 1 of Dames 1; ik vind het een feest. Elke keer weer. Maar veel meer nog het besef dat gezelligheid, laagdrempeligheid en ambitie prima samen gaan.
Wim Jordaan