23 apr.- Het is even wennen in het dorp. De Johanneskerk met een kale torenspits. Afgelopen dinsdag werd ’s ochtends vroeg door een paar durfals de goudblinkende haan verwijderd en aan burgemeester Nanning Mol overhandigd als start van de restauratie van ons oudste monument dat volgend jaar 500 jaar bestaat. Grappig, de burgemeester haalde er een kogel uit. (Torenhanen werden vroeger soms beschoten.) “De kogel is door de kerk’, riep onze eerste burger. Toeval? Ook zette hij de klok stil en trok de stekker uit het carillon zodat de komende maanden werknemers zich niet dood hoeven schrikken bij het uithakken van voegwerk en stenen wanneer de klokkentoren opeens de uren slaat of het carillon onverwacht zijn vrolijke klanken over het dorp verspreid.
Waarom staat er eigenlijk zo’n haan op de kerktoren? En geen schaap of varken? Dat heeft – naast het aangeven met zijn snavel naar waar de wind waait-, alles te maken met het gebouw waarop hij zijn rondjes draait. Zo staat deze macho – ‘haantje de voorste’- in het teken van het geloof. Zij die een beetje bijbelvast zijn, verwijzen naar de komst van Christus en citeren vrij vertaald de evangelist Mattheus 25,13: ‘Let op, je weet nooit op welk tijdstip of dag hij komt.’ Een teken van waakzaamheid dus. ‘De nacht is voorbij,’ ‘a new day is born.’ Licht dat duisternis overwint ofwel Jezus die opstond uit de dood. Het herinnert de gelovigen beneden in de kerk er ook aan hoe volgens diezelfde evangeliën Petrus, apostel en beste leerling van Onze Lieve Heer, na de kruisdoodveroordeling van zijn leermeester, hem driemaal verloochende en de haan in de ruimte waar Petrus zich wat afzijdig hield, zoals was voorspeld, driemaal kraaide (Indrukwekkend hoe de componist Bach dit muzikaal uitdrukt in zijn ‘Matthäus Passion. ) Toen Petrus het zich realiseerde, kreeg hij berouw. Doe dat dus vooral niet, waarschuwt het beest ons. De haan is ook het symbool van de biecht, waarin katholieken aan een priester vertellen wat ze allemaal fout hebben gedaan en om vergeving vragen. Op biechtstoelen die nog amper in ons land worden gebruikt, zie je vaak een haan afgebeeld. Hij staat ook voor tegenkracht. Wanneer het gaat waaien gooit hij letterlijk en figuurlijk zijn kop in de wind. Een beetje dwarsligger dus. Wat ik heel erg zal missen – als het meezit tot aan de Bouwvak- zijn de romantische klanken van ons carillon dat ons dorp zo’n dorps cachet geeft. Vooral met Koningsdag wanneer – toen de coronacrisis er nog niet was- het terras van ’t Bonte Paard zich ’s ochtends vroeg nestelde in het zonlicht, de waard de nationale driekleur hees, en oud-hollandse (geuzen) liederen vanuit de beiaard in de toren klonken als aftrap voor het Oranjefeest. Maar de viering van de verjaardag – met een voorspelde middagtemperatuur van twintig graden ( de warmste ooit!) van onze koning Willem-Alexander krijgt door het zich als maar besmettende COVID19 en de roep van de regering vooral thuis te blijven – Woningsdag! Leve de woning…hoera hoera hoera! – een heel ander karakter: geen piekiesmarkt , geen aubade, geen Wilhelmus met de burgemeester in de weer onlangs gerenoveerde muziektent, geen ringsteken voor boeren en snobs en geen meer dan overladen terras ‘s middags bij t’ Bonte Paard. Het zal stil zijn. Alleen zullen om 9.45 uur de klokken luiden. Niet die van de Johanneskerk. De basiliek moet het alleen doen dit jaar.
Leo Janssen