5 juni.- Begin jaren zeventig toen mijn vrouw Annemarie haar tekenwerk voor het eerst exposeerde, werd ze door vrienden – hun ouders woonden ernaast- aangemoedigd om eens langs te gaan bij Lou Loeber. Geen groter contrast. Kleurrijke, moderne, geometrische vormen door strakke lijnen omkaderd versus zwart-witte, traditionele pentekenkunst in minutieuze details gestileerd.
Jammer genoeg bleef het bij dit ene contact. De Blaricumse kunstenares liep al tegen de tachtig. Ze intrigeerde me wel. In 2000 kwam er een belangrijk Larens werk van haar onder de hamer: ‘Johanneskerk’ (1925), analoog aan Van Goghs kerk in Auvers en Piet Mondriaans kerk in Domburg. Ik ging meer over haar lezen.
Drie jaar geleden was er bij het 100-jarig bestaan van kunstbeweging De Stijl een prachtige tentoonstelling in de ‘Oude school’ van Kortenhoef. De Stichting Kunst aan de Dijk had er een waar feest van gemaakt, samen met een voortreffelijk uitgegeven catalogus ‘De stijl van Lou Loeber’ van Désirée Koninkx. De kunsthistorica liet mij haar ontdekken als een meesterlijk kunstenaar en bijzonder mens.
Lou Loeber (1894-1983), oudste in het zeven kinderen tellend gezin van de welgestelde papierfabrikant Carl Loeber, komt in haar vroegste jeugd al in Laren. Op vakantie in ‘Oud Ezelenhof’ aan het Oosterend, de boerderij van vader en zoon Elbert en Teunis van den Brink met ezelhouderij. Hun 70 ezels stonden geheel ten dienste van het transport van melk, een gebruik afkomstig uit Amsterdam.
Zeven jaar oud verhuist Lou van Amsterdam naar ‘villa Zonnenhoef’ aan de Eemnesserweg in Blaricum ( naast Jaglust) en groeit op in een rijk en intellectueel milieu. (Lou speelt viool en piano, broer Jan cello, zusje Lot wordt later concertpianiste. Regelmatig zijn er concerten met o.a. Pablo Casals, de virtuoze cellist). Ook de kunstzaal van hotel Hamdorff wordt aan de arm van vader druk bezocht. (Uit een inventarislijst van 1943 bezit hij zo’n 750 schilderijen, tekeningen, pastels, aquarellen en etsen!).
Niets liever wil Lou kunstenaar worden. Ze voelt zich aangetrokken tot het kunstenaarsleven zoals ze dat in de ateliers meemaakt. Haar opvoeding is vrijzinnig en liberaal protestants. Naast de liefde voor kunst krijgt ze van haar ouders ook interesse mee voor het socialistisch gedachtegoed. In de kern hebben haar ouders sympathie voor de Internationale Broederschap, de idealistische christen-anarchistische woongemeenschap onder leiding van Jakob van Rees (1854-1927) die de alternatieve samenleving van de Russische schrijver Lev Tolstoj voor ogen staat: een sober leven, ver weg van moderniteit en in overeenstemming met het eigen ‘natuurlijke’ geweten.
Ze krijgt tekenlessen, en volgt een opleiding aan de Rijksacademie van Amsterdam en schrijft, geïnspireerd door modernistische schilder Piet Mondriaan, de theoretische grondslag voor haar werk. ‘Kunst mag niet onbegrijpelijk zijn en elitair, het dient een maatschappelijk doel; de bewustwording van de mens die leidt naar een socialistische maatschappij.’
Ze creëert dan ook moderne kunst – niet te absract, het moet herkenbaar blijven – die voor iedereen toegankelijk is. Ook bedenkt ze een manier om haar schilderijen te reproduceren. Bij het gerenommeerde veilinghuis Bubb Kuyper in Haarlem, specialist in boeken, manuscripten en (kunst)werken op papier, kwamen een paar weken geleden hiervan enkele treffende voorbeelden ‘online’: unieke ontwerpen voor ansichtkaarten, in dit geval van Laren: kleurrijk, vol geometrie en met strakke lijnen omkaderd. Om hiermee – zo mogelijk- nog dichter haar ideaal te kunnen verwezenlijken: voor zo veel mogelijk mensen zo betaalbaar mogelijke kunst op de markt brengen.
Zodra ze op Internet verschenen, had ik de zenuwen. Ik weet niet of u weleens een kanarie in uw hand hebt gehad- zo’n beestje trilt dan met een frequentie van 187 slagen- , tijdens zo’n veiling dag gaat mijn hart net zo of nog erger te keer. Ten eerste of ze me niet vergeten te bellen en ten tweede of bij de afslag van het kavelnummer het geluk een beetje aan mijn zijde is. Dat was gelukkig het geval. Volgende week meer over Lou Loeber en over het door haar getekende Larense socialistische kamphuis ‘De Toorts’ en waarom de jonge socialist, de latere bondskanselier en winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede Willy Brandt, vanuit deze ‘jeugdherberg’ enkele uren terecht kwam in een politiecel van Laren.
Leo Janssen