26 juni.- Een van mijn ‘veroveringen’ op de onlangs gehouden veiling van Bubb Kuyper is een ontwerp voor een ansichtkaart van het Larense kamphuis ‘De Toorts’, geschilderd door de Blaricumse kunstenares Lou Loeber (1894-1983). De jeugdherberg, een vakantielocatie voor arme socialistische gezinnen, stond op de Groene Gerritsweg en werd sinds de jaren twintig gerund door het communistische gemeenteraadslid Piet van Praag (OSP, Onafhankelijke Socialistische Partij, een afsplitsing van de SDAP) en zijn vrouw Antje.
Februari 1934 komt ‘De Toorts’ volop in het landelijk nieuws. Enkele tientallen partijgenoten van Van Praag en zestien ‘jong radicalen’ van verschillende socialistische splinterpartijtjes uit de hele wereld komen bij elkaar om een nieuwe ‘4eInternationale’ op te richten, een eendrachtig manifest/samenwerkingsverband dat een halt moet toeroepen aan het opkomend fascisme.
De conferentie is nog niet koud begonnen of burgemeester Jhr. Hubèrt van Nispen van Sevenaer laat op last van minister van justitie Josef van Schaik – getipt door de Centrale Inlichtingendienst (CI) ‘dat de bijeenkomst in deze economische crisis mogelijk een Europese revolutie beraamt’- de boel door de plaatselijke hermandad omsingelen en arresteert de groep buitenlanders -‘DE ARRESTATIE DER VREEMDE ROODEN’- die bestaat uit Zweden, Noren, Engelsen, Italianen en Duitsers. Per autobus worden ze afgevoerd richting politiebureau.
Antje vertelt hierover in de documentaire ‘De zin van mijn leven’: “Adolf Hitler was in die tijd een bevriend staatshoofd. Het antifascistische congres werd als een belediging geïnterpreteerd aan het adres van de kersverse Führer.”
Onder de arrestanten Willy Brandt, de latere bondskanselier en Nobelprijswinnaar voor de Vrede. Hij belandt enkele uren in een Larense politiecel, maar had het geluk niet aan nazi-Duisland te worden uitgeleverd. Alle aanwezigen moesten identiteitspapieren inleveren. Op aanraden van zijn Noorse vriend toonde Herbert Frahm in plaats van zijn Duitse paspoort, zijn Noorse verblijfsvergunning met de valse naam Willy Brandt. Een jaar eerder had hij die naam als ‘gevaarlijk vluchteling uit het Derde Rijk’ in Oslo aangenomen om zijn strijd tegen Hitler vanuit het buitenland voort te kunnen zetten. In ‘schijnbaar vloeiend Noors’ overlegde Brandt met de aanwezigen. De Nederlandse agenten twijfelden geen moment aan zijn ‘Noorse nationaliteit’. Hij werd niet zoals de overige Duitsers, in Laren vastgehouden, maar werd samen met de resterende groep naar het grotere politiebureau – Laren had slechts 4 cellen- in Amsterdam gebracht. Na een nacht cel werden ze over de Nederlands-Belgische grens gezet.
De Duitse groep kwam door het direct handelen van de burgemeester via de grenspolitie – de route naar Duitsland vanuit Laren was Van Nispen bekend: linea recta via Sevenaer naar de Oosterburen- in handen van de Gestapo. Zeker één van hen zou de Duitse gevangenschap niet overleven. Hij belandde in concentratiekamp Sachsenhausen waar hij in 1941 overleed.
Piet van Praag, eigenaar van de Toorts, wordt twee maanden later, op 1 mei – tijdens een demonstratie waarbij men roept: “Van Nispen van Sevenaer moordenaar”, heftig in elkaar geslagen. Antje: “Zijn oren, longen en nieren werden geraakt en hij bloedde aan alle kanten.” Overigens was Henri Polak, oud-gemeenteraadslid en toen Eerste Kamerlid van mening dat de burgemeester in goed vertrouwen had gehandeld. In tegenstelling tot zijn belofte was minister Van Schaik op het moment van de uitwijzing onbereikbaar. Kamphuis ‘De Toorts’: een eenvoudige tekening, een indrukwekkend verhaal.
Leo Janssen
Afbeelding: ‘ansichtkaart’ Lou Loeber en jeugdfoto Willy Brandt
Bron: Koen Vossen ‘Het lot werd geen noodlot’ NRC. dec. 2013
Elbert Roest, Teun Koetsier ‘Schieten op de maan’, deel 1 van de trilogie ‘De Tweede Wereldoorlog in Laren’