15 jan.- Nog even deze januariweek volhouden! Daarna zal het leven u toelachen. Maar eerst door ‘Blue Monday’heen. Deze ‘blauwe maandag’, bedacht door Cliff Arnall en PR bureau Porter Novelli, is zo ongeveer – als ik de media deze dagen mag geloven – de meest rottige dag van het jaar. De omstreden psycholoog lanceerde in 2005 een wetenschappelijk verantwoorde formule waaruit zou blijken dat de maandag van de laatste volle week van januari de dag is waarop de meeste mensen zich depressief, treurig, neerslachtig of weemoedig voelen: de feestdagen zijn achter de rug, motregen, de zonnige vakantie nog mijlen ver weg en de goede voornemens om een beetje af te vallen zijn door te weinig slaap en te veel koolhydraten jammerlijk mislukt.
Dit jaar is maandag 21 januari dé depri-dag. Maar dat geldt niet voor mij! Integendeel. Ik heb die dag het meest zonnige humeur en ben net zo opgewekt als vroeger.
Ruim vijftig jaar geleden werd ik op deze datum namelijk verliefd op een Larens meisje.
‘Ze stond in een hoekje van de deel van café de Boerenhofstede, de soos aan het Zevenend waar je op zondagavond kon dansen mits je katholiek was. Annemarie heette ze. Grote blauwe kijkers, wijd open onder een lang blond ponykapsel. Haar lippen wit gestift. Sproetjes als Twiggy, de muze van Mary Quant, de ontwerpster van de minirok uit de swinging sixties. De wereld brak open.’ Na het dansen nam ik Annemarie mee naar het Kroegje van Hamdorff. Het was gelukkig nog even open voor een ‘Sneeuwwitje, een vaasje bier met 7-up voor haar en een gals rode wijn voor mij. De week erop – ik kon niet wachten, en zij ook niet, haar moeder was zelfs die zondag jarig – er tussenuit om te dansen op de ‘Magical Mystery Tour ‘van The Beatles en de muziek van Procol Harum, George Fame, Beegees, Manfred Mann en Aretha Franklin. De soos in de Boerenhofstede, de plek waar nu ‘Loetje’ nu gevestigd is, kwam je binnen door je aan te melden bij de deur aan de lage zijkant van het rietgedekte dak. Regende het, dan had je door in de lange rij te staan, al meteen een nat pak. Belangrijk was de lidmaatschapskaart die je moest tonen. Vooraf kon je die halen bij juffrouw de Leeuw, de onderwijzeres uit de Jordaan die woonde in het ‘Heilig Huisje, zogenoemd omdat vier gezinsleden in het klooster waren getreden waaronder de minderbroeder-kapucijn dr. Magister pater Venantius de Leeuw die in de volksmond ook wel ‘de bruine pater’ of ‘de pater met de blote voeten’ werd genoemd. De muziek in de soos werd op de hilder gedraaid door diskjockey Gerard Distelblom. Was er een feest dan traden er beatbands op. The Watts of The Vip’s. De platen kwamen van de muziekzaak van Calis. ‘Wie muzikaal is, haalt zijn platen bij Johan Calis’ was de slogan. Na het dansen en schuifelen dook je op de deel in de hoek, maar met een beetje pech werd je net voor het heimelijk kussen weggestuurd door de toen in mijn ogen té gezette ober Chris. Dan maar naar het voorcafé van Clee Duurland waarnaast nog een zaaltje was met een kopie van Rembrandt van de autodidactJan Smit ( daarover een volgende keer meer). Mijn vrouw en ik hebben in de Boerenhofstede kunnen dansen tot Pasen 1968. Toen brandde ‘de plek van onze eerste verkeringsdag‘ af. Maandag a.s. halen we al die herinneringen- zoals ieder jaar- bij een etentje weer op terwijl de rest van Nederland zich probeert te bevrijden van die grauwsluier die ‘Blue Monday’ heet. Bol an!
Leo Janssen