8 mei.- Wie vanuit ’t Bluk aan de rand van de hei de Verlengde Engweg nadert, ziet harmonisch in de natuur het romantische landhuis ‘Breidablik’ liggen, ontworpen door architect Theo Rueter.
Vijf jaar geleden stond het te koop. Makelaar Jacques Walch mailde mij samen het huis te gaan bekijken vanwege zijn bizarre geschiedenis tijdens de oorlog, toen het bewoond werd door de verzetsmensen Willem en Fietje van Iependaal. Willem stond op een zwarte lijst, omdat hij in ’14-’18 aan de IJzer vrijwillig in het Engelse leger tegen Duitsland gevochten had. Ook had de volksschrijver van ‘Polletje Piekhaar’ geweigerd voor de Kultuurkamer te tekenen.
Ze hadden veel onderduikers in huis, soms 26 tegelijk: joden, studenten, Engelse piloten. In de Gooi- en Eemlander van 21 september 2002 interviewt Jos Haagmans hun zoon Jan die postuum de Yad Vashem onderscheiding in ontvangst mocht nemen voor zijn ouders. Als in een jongensboek beginnen Jacques en ik aan onze speurtocht. Waar staat ‘de kachel die kon omklappen met pijp en al’ zoals Jan in het artikel aangeeft en waar het labyrinth van schuilkelders? Nauwkeurig onderzoeken we hal, keuken, huiskamer, de tuin, planken worden verwijderd, boekenkasten bekeken, we zien geen sporen.
Breidablik is ook het verhaal over Feldwebel Hans Krammer, sergeant uit het Oostenrijkse Sankt Pollen die, toen het huis vol zat met onderduikers een kamer in de villa betrok. “Het eerste”, lees ik, zoon Jan citerend. “Het eerste wat hij deed, was met zijn laarzen op de vloer stampen en schreeuwen: “Zijn hier onderduikers?” Vanonder de planken klonk een benepen stem: ‘Ja wohl mein Herr’. Zijn enige reactie was dat we voorzichtig moesten zijn. Toen wisten mijn ouders dat hij ‘een goeie’ was.” Naast de schouw was een geheim belknopje voor contact met hem. De onderduikers zaten echt in het hol van de leeuw. Boven Duitsers, daaronder ons gezin. Achter de deur Baldour, een Mechelse herder. Als de Duitsers een razzia hielden sloeg hij aan, waardoor ze even werden afgeschrikt. We hadden dan twee minuten om de onderduikers onder de grond te krijgen.
Als de Duitsers echt vervelend werden, kwam Hammer – na ons belletje- in vol ornaat en scheldend naar beneden en schreeuwde “Idioten, jullie hebben hier niets te zoeken.”
Dan dropen ze af. In een vleugel van de villa was een ‘Funkstelle’, een vuurleidingscentrum voor 22 kanonnen die opgesteld waren bij Amersfoort. In het huis kwamen alle telefoonlijnen van de Duitse artillerie samen. In de kleine kelder lagen bommen met tijdmechanisme. Krammer had besloten dat als de Geallieerden doorbraken bij Amersfoort, hij de ‘Funkstelle’ zou opblazen, zodat de kanonnen blind werden, en niet op hen gericht. Op het laatste moment had hij vader ingelicht. De hele villa zou opgeblazen worden. Een onmogelijk dilemma. Of dertig onderduikers, of het redden van duizenden levens. Gelukkig hoefde het niet. Zonder Krammer hadden wij de oorlog niet overleefd. Na de oorlog zat híj ondergedoken zodat hij niet krijgsgevangen werd genomen. Door verzetsmensen is hij teruggebracht naar Oostenrijk. In 1970 is hij gestorven. Krammer is nooit geëerd of geprezen.
film over Breidablick via:
Een paar jaar geleden ‘dook’ zijn naam weer op in Laren. Op 4 mei. “Een ‘goede’ Duitser’ die zijn geweten en vrijheid hoger achtte dan de blinde agressie en haat van zijn broodheer. Het zou een mooi gebaar zijn als wij de zoon van Hans Krammer volgend jaar uitnodigen bij onze herdenking ”, klonk het op de Brink. De herdenking was nog geen jaar voorbij, of de uitnodiging was alweer vergeten.