4 sept.-
Bol an 83 dennenkoeken
Aan dennenkoeken bewaar ik smakelijke herinneringen. Mijn zes jaar oudere broer Ben nam mij in de grote vakantie af en toe mee achter op zijn brommer richting Baarns Bosbad. Ik om te leren zwemmen. Hij vooral om met veel branie te duiken vanaf ‘de hoge’ en zichzelf te showen aan de regionale ‘bakvissen’. Meestal eindigde zijn – met de armen wijd gespreide- zweefduik tot groot plezier van de zonaanbidders op de speelweide met een harde klap plat op het helderblauwe chloorwater. Na het oefenen van mijn schoolslag in het ‘bijna diepe’ en nog wat bibberend met mijn handdoek over mijn schoudertjes, trakteerde hij mij meestal op een dennenkoek uit het snoepwinkeltje. Samen bunkerden we die hongerstillende lekkernij weg, zo groot was de met grove suikerkorrels bestrooide koek. Ik zou de smaak vergeten zijn als ik niet jaren later in ’t Bonte Paard – aan de stamtafel van Larens oudste kroeg – de koek bij Ome Ko Marjot bij een kop koffie kon bestellen. Iemand had mij eens verteld dat die dennenkoeken zo populair waren in ons dorp vanwege de destijds in Crailoo gelegerde militairen. En dat er daarom ook een koekfabriek in Laren had bestaan. Dorpsgids Vincent Hilhorst vertelde mij dat de koek een uitvinding was van bakkerij Bierlaagh. Ik wilde er meer van weten. Op internet vond ik dennenkoek als Texelse lekkernij, en ook op de Veluwe werd – door de opkomst van het toerisme eind jaren dertig- de versnapering onder dezelfde benaming aangeboden. De ‘Larenschen dennenkoek’ kwam ik voor het eerst tegen in de Gooi en Eemlander van juli 1928. Citaat: ‘deelnemers wordt een kop thee aangeboden met een ‘Larenschen Dennenkoek’. Ook het boek ‘Brood- en gebakvormen en hunne beteekenis in de folklore’ uit 1932 van J.H.Nannings vermeldt ‘ Twee koekjes houden verband met omgeving der plaats Laren in het Gooi: de Larense heiplaggen en dennenkoekjes’. In dit pemmatologisch standaardwerk worden ‘de volksgebruiken het hele jaar door’ en ‘streekspecialiteiten’ beschreven.
De Laarder Courant doorspittend, bracht mij bij koekfabriek G.Teeuwissen, als bakkerij in 1850 begonnen in Huizen. Drie van zijn vijf zonen hadden een koekfabriek. In Huizen, Hilversum en in in Laren (1926) op de Sint Janstraat 23, gespecialiseerd in roze (glacé) koeken en dennenkoeken. Hans Lommel, oud eigenaar van theehuis ’t Bluk, vertelde mij er jaarlijks duizenden ‘ter grootte van een dinerbord’ van verkocht te hebben. Hij haalde ze zelf bij de koekfabriek op. Maar had Teeuwissen ook de koek uitgevonden? Oud-wethouder Fok Bierlaagh vertelde dat zijn neven Frans en Piet Bierlaagh die beiden een bakkerij hadden weliswaar over het ‘geheime’ recept beschikten, maar dat ‘de Larenschen dennenkoek’ hoogstwaarschijnlijk een uitvinding is van zijn grootvader Thomas, die het recept had doorverkocht aan koekfabriek W.Teeuwissen. Hoe de koek is samengesteld kun je lezen op de koekdeksel van theehuis ’t Bluk. De nieuwe uitbater Rogier Lommel (1977), zoon van Hans Lommel en Julia Marjot, liet het me trots zien: ”Met het oog op mogelijke allergieën”, lachte hij. ‘Beste Leo’, mailden het bakkersechtpaar René en Jacqueline Tetteroo mij’ hierbij de ingrediëntendeclaratie van de Larense dennenkoek: roomboter, patentbloem, basterdsuiker, bruine suiker, kaneel, bakpoeder, een vleugje Kardamom en een snufje zout. Larense Dennenkoeken maken het leven gezelliger, je eet ze nooit alleen, ze zijn zo groot dat je ze altijd deelt met een ander.’ Ik moest weer terugdenken aan de zwemvakantie met mijn grote broer.
Wil je de ‘ Larense dennenkoeken’ proeven. Bakkerij Tetteroo verkoopt ze, café t’ Bonte Paard, Singer, en theehuis ’t Bluk