12 juni.-Sommige journalistieke dossiers zijn -als het om ‘de’ waarheid gaat- zo ingewikkeld dat je als lezer of kijker niet weet wat je ermee moet. Recent voorbeeld is de ontmaskering van beoogd premier Ronald Plasterk als zakkenvuller. Althans: dat beeld bleef hangen na recente publicaties in NRC. Onderzoeksjournalist Bas Haan onthulde in die krant dat Plasterk 32 miljoen cashte bij de verkoop van een bedrijf dat zich op dubieuze gronden kennis toegeëigend zou hebben bij de ontwikkeling van een kankermedicijn waar hij onderzoek naar deed onder de vleugels van een gesubsidieerde instelling die zelf naast een patent greep. Wie kort daarna de weerslag las van een interview dat het Financieele Dagblad had met de wetenschapper, kreeg een geheel ander beeld geschilderd.
De uitvinding behoorde Plasterk toe, er had ordentelijk overleg over een patentaanvraag plaatsgevonden met de universiteit in kwestie en andere personen die bij het onderzoek betrokken waren, verkoop van het bedrijf van Plasterk had plaatsgevonden om de verdere ontwikkeling van het medicijn niet te belemmeren en Plasterk had er volgens een schatting van het FD na belasting niet meer dan een paar ton aan overgehouden, een redelijke fee voor een ondernemer die risico’s neemt. De twee verhalen stonden haaks op elkaar. Plasterk liet het er na dit interview en een optreden in een van de talkshows verder bij zitten, hoewel hij beter bij de rechter of de Raad voor de Journalistiek om een rectificatie van het NRC-verhaal had kunnen vragen, zodat we als lezer hadden geweten welke van de twee kranten het dichtst bij de waarheid zat. ‘Als Plasterk het erbij laat zitten, doen wij dat ook’, gaf onderzoeksjournalist Bas Haan als reactie en ontsloeg zich daarmee van de verplichting om serieus te reageren op de publicatie van het FD hoewel die nogal wat vragen opriep ten aanzien van de lezing van NRC
Ton Verlind