21 juni.- Deze week – zo vlak voor het Hoogfeest van Sint Jan- moest ik denken aan de eerste processie die ik als kind meemaakte. Het was in de jaren vijftig van de vorige eeuw, een van de hoogtijperiodes van het Rijke Roomsche Leven.
Als jongste uit een gezin van negen kinderen, zat ik op het katholieke kleuterschooltje aan de Irisstraat in Hilversum. Het was begin zomer – ik was denk ik een jaar of vijf- dat ik mocht meelopen in de Kindsheidprocessie. Een ‘plechtig’ ommetje van het kasteelachtig schooltje naar de imposante monumentale St.-Clemens-Maria-Hofbauerkerk. Inmiddels tot afschuw van velen verworden tot trampolinepark aan de Bosdrift.
In deze jaarlijkse optocht beeldden de kinderen het alledaagse leven in de missie uit, een periode gedurende anderhalve eeuw toen grote aantallen missionarissen vanuit Europa er op uittrokken om in alle werelddelen het christelijk geloof te verspreiden. Vandaar dat de kleuters en soms iets oudere kinderen met behulp van het schoolpersoneel dat meestal uit zusters en broeders bestond, zich verkleedden als pater, missiezuster, monnik, nonnetje, bruidje, engel en Zouaaf. Soms liep er zelfs een paus mee!
Ook heidenen uit de missielanden werden in de Kindsheidprocessie uitgebeeld zoals ‘exotisch’ geklede Chineesjes en geschminkte ongelovige Afrikaanse kleintjes. Nu allemaal absoluut not done, toen voor veel katholieken een aantrekkelijk, haast vertederend schoolritueel waar die ouder die in het gelukkige bezit was van een fototoestel, zijn rolletje vol schoot.
Het idee om op deze manier bij de kinderen de missie te ‘promoten’ kwam in 1843 van de bisschop van Nancy. Doelstelling was om vooral heidense kindertjes in China en andere ongelovige landen met een dagelijks ‘weesgegroetje ‘en maandelijks 2,5 cent in het missiebusje en de daarmee verdiende aflaten, te redden voor het tijdelijk en eeuwig leven. Daarnaast werd door de jeugd zilverpapier, kroon kurken en lood capsules van flessen opgehaald.
Wat een tijd. Onvoorstelbaar nu.
Veel kan ik me er niet meer van herinneren, maar mijn vriend Huub staat het nog bij als de dag van gisteren. Zijn moeder vond het een goed idee hem te laten meelopen als monnik. Een jute zak met een gat onderin voor zijn hoofd en een stuk touw om zijn middel was gauw gemaakt. Daarom bedacht ze dat een tonsuur- een kaalgeschoren kruin- de monnik nog echter maakte. Ze pakte de tondeuse, begon te scheren, maar mijn vriend vond het iets te realistisch, vluchtte onder haar armen vandaan, terwijl zijn oudere broer Jos zijn been uitstak en hij languit ging. Onder de schrammen liep hij de volgende dag beschaamd de route.
Uniek aan de Larense Kindsheidprocessie was dat er ook een Sint Janneke meeliep. Mijn vriend zijn broer Walter was het en ook Gerard Morssink van de Historische Kring. Hij vertelde me dat hij werd gekozen, omdat hij een krullenkop had en zo enigszins de ruige profeet met zijn kleed van kamelenhaar benaderde die leefde van honing en sprinkhanen.
Mijn schoonmoeder moest overigens niets van de Kindshaidprocessie hebben, omdat zij voelde dat er een ‘standsverschil’ was tussen de deelnemertjes. Rijke kindertjes kregen de mooiste rollen. ‘En ik laat mijn kind voor een stuiver geen zwarte bek smeren’.
Bolan mensen, die tijd is gelukkig voorbij. Dit weekend is de echte eeuwenoude Sint Jansprocessie. Om 11 uur vertrekt de stoet vanuit de basiliek. Een Zalige Sint Jan.
Leo Janssen