29 juni.- De laatste melkboer van Laren Martin Zwanikken stopt ermee vandaag. Na 48 jaar. ‘Je moet een keer een datum prikken. Ik ben 66. Ik had geen zin meer in nog een winter.’
Een karakteristiek dorpsbeeld verdwijnt.
Wie verwonderde zich niet over zijn 12 meter lange winkelwagen bijna ter grootte van een stadsbus, die hij behoedzaam manoeuvreerde langs Larense heggen en hagen, onderwijl enthousiast zwaaiend naar bekenden en toeterend als waarschuwingssignaal voor zijn aanstaande klanten. Niet alleen voor het bezorgen van verse en gekoelde (lokale)producten, maar vooral als een vast baken voor een gezellig praatje met klanten of door de klanten onderling.
Als kind hielp hij al mee bij zijn vader Jan Zwanikken. In die tijd rond 1957 kende Laren wel 17 melkboeren. Martin somt ze op. Cor Calis, Niek Calis, Van ’t Klooster, Schagen, Wijntjes, Besseling, Bon, Boog, etc. Ieder had zijn eigen wijk waar de melk huis-aan-huis werd gebracht.
’s Morgens vroeg naar de Klaaskampen waar de melkafgifte van de Melkunie uit Hilversum was. Frans Bunt die dat bestierde had alles al klaargezet voor de melkboeren om te laden en zo de wijk in te kunnen gaan. Weer of geen weer. Klanten rekenden erop.
‘Met de Weversweg, Schering en Heideveldweg kon mijn vader goed de kost verdienen. Eerst reed hij met een ponykar , begin zeventigerjaren kwamen de rijdende winkels van de populaire SRV (In die tijd had het Cocktail Trio de succesvolle radiocommercial ‘leve de man van de SRV van je hiep hiep hiep hoeree’.) Mijn vader kocht zijn eerste wagen nog zonder koeling.
Zomers werd die wagen heel heet. De warmte bleef in de wagen hangen. Ik ben weleens thuisgekomen dat de pakkies boter zo de deur uitdreven. Hij heeft meteen een andere wagen gekocht met koeling.
In 1976 ben ik na de tuinbouwschool (‘Geen bal aan gehad’) bij mijn vader gaan werken. Eerst samen op een wagen, later kreeg ik in 1978 er een wijk bij in Baarn. We werkten veel met boekjes en eens in de week of in de maand was het afrekenen. Soms ook op de pof. Op de Heideveldweg waren grote gezinnen, maar ik heb mijn vader nooit horen zeggen dat ie een dubbeltje te kort gekomen is.
In 1991 nam Martin – hij haalde tussendoor zijn middenstandsdiploma- het bedrijf van zijn vader over. Een leven van hard werken. Tot op de dag van vandaag 80 uur per week. Het zijn lange dagen. ‘Vroeger verdiende mijn vader het in drie straten, nu moet ik bij wijze van spreken het hele gooi door.
Elke avond eet hij dan ook pas om 11 uur. Mijn hele leven gedaan. Toen er kinderen kwamen, at mijn vrouw Ilona die ook nog eens met de kinderen achter de schermen mee werkte, met het gezin op regelmatiger tijden. Ik denk dat we de eerste magnetron hadden thuis, lacht hij terugblikkend.
Martin kom ik ’s ochtens vroeg, regelmatig tegen als ik Snoetje uitlaat. In de verte hoor ik dan de paardenhoeven op straat wanneer Martin zijn paard Doortje aan de fiets wegbrengt naar het landje achter de moestuintjes aan de Ruiterweg waar hij ook nog drie koetjes heeft staan.
‘We hebben altijd vee gehad, een hobby. Mijn vader had dat ook en het brengt meteen een beetje ontspanning. Het doorbreekt de sleur. Hij is een echt buitenmens, in het dorp befaamd om zijn zelfgemaakte honing en zijn lidmaatschap van de Broederschap van Sint Jan . Het afscheid valt hem moeilijk.
Zo’n afscheid van klanten waar je jaren bent geweest, is echt wel emotioneel. Ik heb alles met ze meegemaakt. Verdriet, plezier. Ik ken heel veel mensen. Alle soorten: van villa’s tot gewoon. Overal is het plezierig , maar er zijn zeker ook mensen bij die eenzaam zijn. Kom ik ook veel tegen. Ik had laatst een mevrouw, het was op zaterdagmiddag, een paar weken geleden. Ik ging haar vertellen dat ik ermee ging stoppen. Ze raakte redelijk in schock toen ik het haar vertelde. Weet je, zei ze, dat jij de laatste ben die ik de afgelopen week gesproken heb. Ik heb deze week niemand gezien.
Bol an mensen, we zullen Martin, de laatste Larense melkboer zeker gaan missen. Een bijzonder dorpskarakter. Gelukkig blijft hij in het dorp op andere terreinen actief. Dank je wel!
Leo janssen