22 juli.- Van de week ging de klopper. Onverwacht. Aan de deur de schilder Karin de Boer. Ik ken haar wat oppervlakkig van vernissages in het dorp of op het BELkantoor. (Heel spijtig stopt de nieuwe directeur met deze BEL Art- tentoonstellingen. Schande! Boehhhh!)
Karin is maakster van kleurrijk werk, geïnspireerd door een grote naam uit de schilderkunst Pierre Bonnard. Toen ik de bovendeur opendeed, stond ze met een witte enveloppe in haar handen. Ze had al eens een keer tegen me gezegd dat ze iets voor me had, maar het steeds vergat mee te nemen. Ik was nieuwsgierig. Ze haalde er een krantenbericht uit afgedrukt op een A4’tje met daarop een tekening.
‘’Zooiets moest niet magge’’ stond er boven.
Ze had het bewaard, omdat ik regelmatig over de Hut van Mie schrijf zoals onlangs over ‘de kikkerconcerten’ in de Mauvevijver. De (spot) prent was een alleraardigste voorstelling van families en kinderen die met het grootse badplezier verkoeling zoeken in de poel en tegelijkertijd buurtbewoners in ‘antieke zwemkledij’ die zich ergeren over het vele gebruik van het zwemwater sinds het bordje ‘verboden te zwemmen’ is weggehaald.
‘Een bron van ergernis bij het vijvertje van de Hut van Mie. Althans dat staat onder de tekening, de Gooische Post citerend.
Het was moeilijk te zien wie de tekening gemaakt had, maar gefotografeerd met mijn IPhone en vergoot op mijn computerscherm, kwam ik er al gauw achter dat de maker Henri van de Velde was, oprichter en initiator destijds van de Gooische Kunstkring, niet te verwarren met de Belg Henry van de Velde, architect en ontwerper, samen met Victor Horta één van de belangrijkste vertegenwoordigers van de art nouveau.
Ik kwam ik er niet achter waar de prent gepubliceerd is geweest, maar vond wel in de Gooi- en Eemlander van oktober 1936 dat B.en W. van Laren ‘een regeling hadden getroffen met het Gooisch Natuur Reservaat waardoor ‘de Vijver bij de hut van Mie zal verdwijnen. Het zittende college rekent erop dat er een jaar mee heengaat vóór het terrein zoals bij het Hertenkamp, met huisvuil is gedempt en geëgaliseerd’.
‘Over een van de meest bekende mooie plekjes in het Gooi , zoals de krant poëtisch omschrijft, is bijna voortdurend strijd geweest, maar nietemin ‘heeft de blanke schittering van het stille water temidden van de ruige heidevelden met de omlijsting van romantische boschpartijen menig schilder geïnspireerds en vele vreemdelingen in stil genieten van haar pittoreske schoonheid tot zich getrokken’.
Begin twintigste eeuw ontstonden er in het prachtige heitje van Mauve grotere en kleinere watertjes die het landschap ‘grote bekoring’ gaven, maar zomers opdroogden. In de winter van 1912 ontstond er een plas die niet geheel verdween: ‘de vaste waschtafel van Mie Rigter’ omdat zij het water voor verschillende huishoudelijke doeleinden gebruikte.
Ook de schooljeugd ontdekte op woensdag en zaterdagmiddag het ‘op natuurlijke wijze ontstane meertje’ met ‘het brede strand van goudgeel zand ‘door er pootje te baden en bootje te varen’.
In de jaren 1918 en ’19 trok het de aandacht van B.en W. Er heerste werkloosheid en het college zocht een geschikt werkverschaffingsobject. Ze kozen de vijver. (Tegen 11 gulden per week) De raad besloot na toestemming van eigenaresse Stad en Lande van Gooiland ‘den vijver uit te diepen en te verfraaien’. Geruime tijd werd eraan gewerkt tot dat Stad en Lande de vergunning introk.
De vijver bleef zoals hij door de arbeiders was achtergelaten, groter, en ook de toeloop van de schooljeugd nam toe. Omwonenden begonnen te klagen. Van gemeentewege werd eerst een bordje verboden te zwemmen geplaatst, maar daar stoorde de jeugd zich niet aan.
Om het aan hun verstand te brengen, aldus de krant, werden ‘in den vijver palen geslagen en….. onder water werd een prikkeldraad versperring aangebracht’.
Het leidde terecht tot veel kritiek en binnen een woensdagmiddag ‘ wierp de jeugd er zich met man en macht op om de versperring op te ruimen.
In 1936 deed zich een nieuw verschijnsel voor. Het water begon te stinken en werd onrein. , Mie was inmiddels overleden en de hut werd speelbal van de baldadige jeugd én B&W wilde de boel dempen en omgraven. Rentmeester Burdet wilde de plek terugbrengen zoals op het prachtige doek van Anton Mauve in het Rijksmuseum dat de omgeving toont in de oude toestand; ‘een licht glooiende zandvlakte met hier en daar een denneboompje Een schoner geheel met de omgeving is haast niet denkbaar’
Het was De Gooische Schilders Vereniging die er dwars voor ging liggen en de vijveruiteindelijk redde. De Hut van Mie ging roemloos haar einde tegemoet in 1961. ‘Niet meer dan een hoop rommel’, aldus het Goois Natuurreservaat. De Hut van Mie werd volkomen onverwachts en snel van de aarde weggebrand. ‘De vlammen die het befaamde hutje hebben verteerd, hebben ook het hart van de Laarders geschroeid’, meldde de krant terecht.
Bol an mensen, wat een verhaal achter zo’n prent.
Leo Janssen