20 aug.-Komend weekend tussen 13.00 en 16.00 is op de akker van de Zevenenderdrift het ‘traditionele Oogstfeest. Dit keer met een feestelijk tintje want de club die de eng restanten en akkers als particuliere Stichting Oude Landbouwgewassen Laren herstelt en beheert, bestaat 30 jaar.
Een van de bestuursleden is Michiel Korthals, professor in de toegepaste filosofie, pionier en origineel denker op het gebied van voedselproductie en consumptie, auteur van inspirerende boeken als ‘Voor het eten’, ‘Goed eten’, ‘Eetbare natuur’ en ‘Goed leven als aardbewoners’.
Hij stond op mijn lijstje voor een interview. Ik wist dat hij in ons dorp woonde, maar waar? Een paar weken geleden zat ik bij toeval opeens tegenover hem na afloop van een indrukwekkend afscheid in het crematorium. Met een open blik naar elkaar waren we verrast. We hadden in het dorp van elkaar gehoord. Hij nodigde mij uit bij hem thuis.
Op een bloedhete dag fietste ik richting Noolseweg. Midden in de Gouden Driehoek te midden van keurig onderhouden tuinen, scherp geschoren hoge hagen en goed gemaaide gazons, tref ik een groene chaos, een wilde wildernis die de professor, terwijl hij de deur opendoet, omschrijft als ‘dit heet ecologisch beheer’. We lopen met zijn blaffende hond Sama naar de nog grotere achtertuin. Een wildpluk paradijs.
‘Dat daar zijn mijn troeteldingen. Zie je die bolletjes? Dat zijn kweeperen. Hier appels, frambozen, de bessen zijn bijna voorbij en bramen komen nog. Het stikt hier van de wespen, allerlei soorten.’ Hij is verbaasd een gehakkelde aurelia te zien. ‘Ik heb minder vlinders dit jaar. Ik heb zelfs niet meegedaan met de telling Ik dacht, ik heb maar een enkel koolwitje of zo. Dit mooie beestje had ik weer niet gezien.’ Achter in zijn tuin maakt hij een soort wal, goed voor de egels, muizen en noem maar op.
‘Als je een goede bio diverse tuin wil hebben, dan moet je die biodiversiteit laten groeien en niet alle blad en blaadjes weghalen. ‘En zeker niet snoeien,’ klinkt het nadrukkelijk. Eigenlijk kun je zelf wel bedenken dat, als je alles weghaalt, je de bodem uitput en de grond verarmt. Het groeit uit de bodem, maar je geeft aan die aarde niks terug. Dat is wat hier in de omgeving veel gebeurt. Ik doe het tegenovergestelde.’
We gaan aan tafel zitten in de wat nonchalant met kunst van zijn vrouw ingerichte kamer. Een optimistische, prettige sfeer. Elf jaar woont hij in Laren. ‘Ik wilde destijds – ik woonde in Bussum- een kleiner huis en een grotere tuin. Het was de bedoeling er een moestuin van te maken, maar ik heb te weinig zon. Het is nu een fruittuin, ik heb geen bladgroenten.’
Ik vertel hem over de verrassende cover van zijn boek ‘Goed eten’; mensen, voornamelijk kinderen, die opspringen van een rijkelijk gevulde lange tafel terwijl het land op de achtergrond in de fik staat, een soort apocalyptisch beeld van een verschroeide aarde. ‘Ik schreef het boek in de tijd (2018) dat ik vond dat het heel slecht ging met de landbouw en voeding. In de voedselproductie werd veel gebruik gemaakt van pesticide, kunstmest en het importeren van veevoer uit Brazilië, de VS en Thailand. Er waren nog weinig alternatieven, andere benaderingen, die keken naar wat je met de bodem kan doen, welke gewassen passen bij elkaar etc. Ik vond het een uitdagende foto.
De gedachte van lokale voeding vond men toen nog onzin, daar kon je de wereld niet mee voeden. Dat was de belangrijkste kritiek die je ook in de top van Wageningen hoorde van mensen als bestuursvoorzitter Louise Fresco en mensen om haar heen. Dat denigrerende over agro-ecologie; meer met de bodem doen: een andere kijk op landbouw, een slimme wisselwerking tussen gewassen, schimmels en insecten, dat leidt tot een rijk en gezond landleven en een goede oogst.
Cynici die roepen dat we met ‘dit soort romantische verhaaltjes’ de wereld van 8 miljard mensen niet kunnen voeden, slaan de plank volledig mis, want juist het huidige voedselsysteem als we het niet veranderen, werkt honger in de hand.’
Bol an mensen, daarover een volgend keer. Eerst komend weekend naar het Oogstfeest!
Leo Janssen