24 apr.- Aan het einde van de 19de eeuw verlaten steeds meer kunstenaars de drukte van de stad, op zoek naar de rust en ruimte van het platteland en het plattelandsleven – een bestaan van zaaien, ploegen, maaien en oogsten, in het ritme van de seizoenen. Waarom kiezen zij, midden in de storm van vooruitgang, juist voor de stilte van het land? In Lokroep van de natuur, vanaf 17 mei in Singer Laren, staat de blijvende aantrekkingskracht van de natuur op kunstenaars centraal.
Van stad naar land
Lokroep van de natuur brengt het bijzondere verhaal in beeld van kunstenaars die, in een tijd waarin de industrialisatie het leven ingrijpend verandert, bewust de verstilling van het land opzoeken. Aan de hand van hoogtepunten uit de verzameling van Singer Laren brengt de tentoonstelling in beeld hoe impressionisten en modernisten de wereld vastleggen op verschillende manieren: van ingetogen en observerend, tot uitbundig en expressief. De schilderijen tonen een grote variatie aan stijlen, verbonden door een gedeelde blik: een fascinatie voor het landschap en het leven op het platteland.
| Terug naar de wortels Ook William Henry Singer Jr., naamgever van het museum, verruilt de stad voor de natuur. Daarmee kiest hij een andere weg dan zijn vader, een steenrijke staalmagnaat uit Pittsburgh. Hij jaagt zijn droom na: landschapschilder worden. Met zijn vrouw Anna Singer vestigt hij zich in Laren, waar een kunstenaarskolonie bloeit, vergelijkbaar met Barbizon of het Noord-Hollandse Bergen. Later zoekt hij, in navolging van de Amerikaanse landschapsfilosoof Henry David Thoreau, de stilte en eenzaamheid op van de Noorse fjorden. Daar ondergaat hij de schoonheid van het ongerepte en onherbergzame landschap als een religieuze ervaring. “How peaceful great nature! When there is no disturbing sound.” – William Henry Singer Jr |

Hoofdfoto: Jaap Weijand, Bij de bosvijver, 1911, olieverf op doek, Singer Laren, schenking Collectie Nardinc

