1 okt.- In de zes zalen van Singer Laren vindt op dit moment de tentoonstelling ‘1913, een ware kunstexplosie’ plaats: de kleuren spatten van de muren. Deze meer dan aantrekkelijke afscheidsexpositie van museumdirecteur Jan Rudolph de Lorm wordt in de Van den Brink Galerij ernaast, afgewisseld met de tentoonstelling ‘100 jaar Sint Jan’, samengesteld door conservator Anne van Lienden. Er hangt één immens schilderij (1,80 x 2.00 meter) dat met alle respect voor de overige kunstwerken en historische foto’s– hoe mooi ze ook zijn- de volle aandacht trekt: de Sint Janskerk te Laren, geschilderd in 1930 door Evert Pieters.
(Later in 1937 zou paus Pius XI het kerkgebouw verheffen tot Basilica Minor, de huidige Sint Jansbasiliek.)
Het schilderij uit 1930 is een cadeau van de gemeente Laren aan de provincie Noord-Holland. Zeven jaar eerder werd door het provinciaal bestuur wegens ruimtegebrek in het stadhuis van Haarlem besloten het monumentale pand ‘Paviljoen Welgelegen’(eind 18e eeuw) in te richten als gouvernementsgebouw. De toenmalige rijksbouwmeester Ir. G.C. Bremer kreeg de opdracht het pand geschikt te maken als provinciehuis.
Omdat ‘Paviljoen Welgelegen’ een lange tijd leeg stond, verslechterde de conditie van het gebouw en liet de aankleding te wensen over. Door de financiële crisis eind twintiger jaren, was er weinig geld meer beschikbaar het pand in te richten . De Rijksbouwmeester vroeg daarom alle gemeenten in Noord-Holland een bijdrage voor ‘hun’ provinciehuis. Verschillende Gooise gemeenten gaven gobelins, Laren het liefst een schilderij.
Het gemeentebestuur nodige kunstenaars uit een schets in te leveren. Leden van gedeputeerde staten mr J.B.Bomens en A.W.Michels kozen uiteindelijk de schets voorstellende ‘de nieuwe Sint Janskerk tijdens het uittrekken der aloude Sint Jansprocessie’. Begin mei had Pieters het impressionistische schilderij klaar en in het bijzijn van vrouw en zoon werd het aan het gemeentebestuur overhandigd waar het in de raadskamer 14 dagen voor het publiek werd tentoongesteld.
De krant is lyrisch. ‘Het is werkelijk een prachtig en voornaam geschenk. Het moet een gelukkige gedachte worden genoemd, dat dit centrum van het Larensch godsdienstig leven als onderwerp voor het schilderij werd gekozen. Hier immers klopt nog immer het hart van Laren. Hoog rijst op het doek het voorfront der St.Janskerk met haar twee slanke torens in de opaal-blauwe lucht De beide torens zijn als een blijde juichtoon geschilderd recht naar den hemel. Achter de zonnige kleur vermoedt men den zangerigen klank der klokken die Laren op zondagmorgen wakker zingen. Hier voelt men, hoe de kerk het middelpunt is waaromheen het leven zich groepeert. waar het religieus sentiment van het volk wordt gevoed en het volk aan zijn godsdienstzin uiting geeft. De in- en uitkomende dorpsbewoners in oude klederdracht geven aan deze kerk niet het aspect van een bezienswaardig monument, maar van een onmisbaar gebouw dat midden in het leven staat. Voorwaar een fraai en voornaam geschenk dat hier aan het provinciaal bestuur wordt aangeboden om er de wanden van zijn gebouw te sieren.’
Burgemeester jhr.H.L.M. van Nispen van Sevenaer en Evert Pieters zelf overhandigden het geschenk bij de opening van het provincie gebouw.Twee maanden later reageerde Henri Polak, (1868 –1943) op het schilderij. Polak is een vooraanstaand Laarder. Gemeenteraadslid (SDAP), oprichter van de ‘moderne’ vakbeweging (diamantenbewerkersbond en Nederlands Verbond van Vakverenigingen),taalzuiveraar, journalist, lid Eerste Kamer en initiator van de eerste Schoonheidscommissie in ons land, een commissie die de architectuur van ons mooie villadorp moest bewaken.
Polak pakt uit in het R.K.Bouwblad. De Gooische Post van 2 augustus 1930 citeert zijn beschouwing:
‘Dat Evert Pieters opdracht kreeg een schilderij te vervaardigen, was een goed denkbeeld. Het moest om zo te zeggen een representatief schilderstuk worden en het lag dus voor de hand dat der statenzaal zou worden gegeven het beeld van Laren zooals het eenmaal geheel was .Zooals het voor een gedeelte nog is met zijn typische hoeven, zijn omhaagde paden en zandwegen, zijn kandelaberboomen…het Laren zooals Mauve en na hem vele kunstenaars het hebben uitgebeeld. Maar het mocht niet zo zijn. Het werd de spiksplinternieuwe Roomsche-katholieke kerk die sinds enige jaren het dorp beheerscht. Welk een teleurstelling! Hetgeen nu in de statenzaal zal prijken heeft niets met het oude, het echte Laren te maken. Het is de afbeelding van een kerk die evengoed te Heerjansdam of te Spanbroek had kunnen staan. Niets, letterlijk niets is er dat van Laren spreekt en van Laren alleen. Als ene representatie van Laren is, dit kerkgebouw een volkomen mislukking. De kolom puilt uit van een soort kathedraal-nabootsing, imitatie gotiek ( alsof wij nog in de 13e eeuw leven) in hellen baksteen uitgevoerd, in gedaante, kleur en afmetingen schreeuwend tegen de omgeving, in alles het tegendeel van hetgeen een dorpskerk behoort te wezen, een hoon voor de Nederlandse bouwkunst.
Bol an mensen, Polaks oordeel was niet mis, maar times are a changing. Gelukkig staat het gebouw van architect Wolter te Riele er nog. Als Rijksmonument!
Goed weekend en geniet van de tentoonstelling 100 jaar Sint Jan in de Van den Brink Galerij.
LeoJanssen

