23 okt.-Bijna zeventien jaar stond Jan Rudolph de Lorm aan het roer van Singer Laren, nu gaat de museumdirecteur met pensioen. Met zijn laatste tentoonstelling wil hij nog één keer knallen. “Ik ben heel dankbaar dat ik met deze expositie er een punt achter kan zetten.”
In het Larense museum heeft De Lorm zichzelf kunnen verwezenlijken, vertelt hij. “Singer en ik passen heel erg bij elkaar. Het draait hier om de menselijke maat, het gaat over ontmoetingen en thuiskomen. Dat is het succes van Singer: dat mensen zich hier thuis voelen.”
“Wat bent u kleurrijk!”, de markante directeur complimenteert een modebewuste bezoekster en geeft meteen een lesje kunstgeschiedenis: “Kijk, voor de schilder Jan Sluijters ging het allemaal om kleur, dit werk is ook zo kleurrijk, ik snap wel dat dat u aanspreekt.”
LEES EN BEKIJK HIER HET ARTIKEL
Nog één keer knallen
En nu gaat hij met pensioen. De tentoonstelling ‘1913, De Grote Kunstexplosie’ is zijn afscheidsexpositie. Voor Jan Rudolph de Lorm is het thema perfect gekozen: “Het was mijn bedoeling om niet te eindigen als een zacht vuurtje dat langzaam uit gaat, maar om nog één keer te knallen. Vandaar de titel. Om de vrijheid en het uiten van gevoel te vieren in Singer, daar gaan we hier over.”
Het is geen toeval dat de Lorm het jaar 1913, het laatste vrije jaar in Europa, uitkoos als onderwerp van de tentoonstelling. De kunstwerken zijn actueler dan ooit. De Lorm: “We leven in een tijd waar 60 à 70 procent van de mensen in een autocratie leven, niet vrij zijn. Kunstenaars wijzen ons vaak de weg in dit soort tijden van onheil.”
Dansen op de vulkaan
De schilderijen op de expositie stralen levenslust en vrijheid uit: “Het viel mij op dat veel van die knallers van schilderijen uit 1913 dateren. Wat zij toen niet wisten is dat een jaar later er een nog grotere explosie plaats zou vinden, toen brak de Eerste Wereldoorlog uit. Dat dansen op de vulkaan was een soort laatste moment van vrijheid van expressie.”
Steun in moeilijke tijden
De afgelopen 17 jaar kende de Lorm als directeur hoogtepunten, maar zeker ook dieptepunten. In 2020 werd een Van Gogh uit het museum gestolen. “Ik weet nog dat de grond onder mijn voeten wegzakte. Het was een enorm emotionele dag. De kunstwereld heeft ons toen ontzettend gesteund. Dat was hartverwarmend. In ellende leer je ook je vrienden kennen en het heeft ons ook verder gebracht als museum. Gelukkig is het schilderij weer terug.”
De museumdirecteur kijkt terug op 17 bijzondere jaren, waarin hij precies dat heeft kunnen doen wat hem het beste ligt: werken vanuit gevoel. De Lorm: “Kunst gaat over gevoel, je moet je zintuigen wijd openzetten en dat ook durven. Ik ben heel dankbaar dat ik met deze expositie er een punt achter kan zetten.”
‘1913, De Grote Kunstexplosie’ is nog tot in het nieuwe jaar te zien. Jan Rudolph de Lorm heeft dan al afscheid genomen. Hij vertrekt in december.
Bron: NH Gooi

