29 dec.-‘Er kwam een vent bij me, een oude schoolvriend die ik in jaren niet gezien had, en die zei: wat vind ik dat mooi Jopie dat het je zo goed is gegaan, want vroeger schilderde je op board, want je kon nog niet een gulden uitgeven, en je bent zover vooruit gegaan, zie ik, dat je nu op linnen schildert.
Ik zeg: ja Willem.
Hij zei: nou, dat gun ik je toch zo hè.
Hij keek even en zegt op een gegeven moment: wat heb je daar een rare scheur in dat linnen.
Ik zeg: ja, daar heb ik een ongelukje mee gehad.
Hij zegt: krijg je dat er wel weer uit?
Ik zei: nou, je weet, ik kan wel een beetje schilderen, dat zeggen ze althans, maar verder staan de handjes verkeerd hè. Kun jij er misschien wat aan doen? Je kon vroeger altijd nogal goed knutselen.
Hij loopt erop af en voelt eraan. Als dat een scheur geweest is, moet dat natuurlijk wijken, maar het bleef zitten. Hij keek stomverbaasd achterom. Toen pakte hij de lijst en keek achter het schilderij.
Toen zei hij: och, verrek, je hebt er linnen achter geplakt hè?’
Zelfportret, 1978

