8 jan.- Met pijn in het hart sloot de 70-jarige bloemenman Dick Beusekamp na 32 jaar zijn ‘bouquetterie’ op de Brink. De nu vrijgekomen standplaats verdwijnt. De bloemenstal belemmerde de functie van het laden en lossen voor de winkels van de Nieuweweg, aldus de wethouder. Dat aan en afrijdende vrachtverkeer is natuurlijk een ramp, maar zo’n enkele kakker die met zijn Porsche of SUV arrogant voor de bloemenstal stopte, (“Het is weekend, snel een bloemetje voor thuis”) was weliswaar fout, maar gaf wel jeu en glamour aan deze kleurrijke spot. Amsterdamse Dick bezat overigens niet het record, want de eerste bloemenstal van Laren stond er al in 1912. Naast t’ Bonte Paard. Jan Bakker verkocht er op de meest mooie locatie zijn bloemen, later zoon Co en vanaf 1992 – na zijn overlijden-, dochter Dop en zoon Lex. Toen de ABN bank werd verbouwd, werden broer en zus door de nieuwe eigenaar verdreven. De gemeente bood een standplaats aan naast het Kruidvat. Geen goede plek. Teveel ingesloten. Wel hadden ze nog een kraam op de vrijdagmarkt, waar vader Co één van de eerste deelnemers was, maar de verkoop van bloemen bij Supermarkten en Benzinestations deed hen uiteindelijk mede de das om. Thuis, in haar minihuisje, verstopt achter slagerij J. de Vries, liggen de foto’s van weleer op tafel. In zwart-wit. Een roodborstje op de nok van het huis ernaast, brengt zoals iedere dag, volgens Dop, een groet en vliegt weer weg. Dop, door haar vader zo genoemd vanwege haar schattige dopneusje bij geboorte, maar tijdens de aangifte als naam ontraden en in haar paspoort vernoemd naar grootouders Elisabeth en Cornelia. Samen bekijken we de grote geplastificeerde foto’s. Opa met blommen op de fiets. Grootmoeder, margrieten ‘plukkend’ uit de zinken emmers en van jaren later, nu in kleur, een foto van vader voor zijn rijk gevarieerde bloemenstal. Dop: “Hij, en wij ook, kregen van t’ Bonte Paard tijdens de vakantie altijd hun sleutel zodat we van het toilet gebruik konden maken. Larens oudste kroeg was toen nog de grootste huiskamer van ons dorp. Letterlijk en figuurlijk warmde je je eraan. ’s Winters aan de kachel, door het jaar heen aan de verhalen van de vaste stamtafelgasten. Met het onlangs verwijderen van het zand op de vloer, is die dorpsgeest verdwenen.” Toch is Dop niet teleurgesteld. Integendeel. Mensen spreken haar nog steeds aan. Niet alleen de oude klanten, maar ook de leden van de voetbalcub waarvoor zij zich al 40 jaar belangeloos inzet. Begonnen als 14-jarige trainer van de pupillen – haar grootvader was voorzitter van LFC (‘ De blauwen’) en tegenwoordig – na de fusie in 1999 met LVV ( ‘De groenen’)- druk in de weer als ‘secretaris’. (“ Het heeft geen naam, maar ik doe alles zo’n beetje”). Een mooi boeket heeft volgens Dop veel bloemen met weinig groen en is niet te groot.Het mooiste van haar vak? De ontmoeting met mensen. Je maakt een praatje. Laarders onder elkaar. Het bevordert de saamhorigheid. Van een (graf) perkje naast t’ Bonte Paard of een laad en losplaats krijg je ‘het dorpse’ niet aan de gang.” Raadsleden, toch maar even nadenken bij herijking van het standplaatsenbeleid.
Leo Janssen