4 mrt.- Er valt tot 10 mei veel moois te bekijken op de tentoonstelling ‘Spiegel van de ziel’ in Singer Laren. Een van de blikvangers is een sleutelwerk van Piet Mondriaan (1872-1944) uit de beroemde Tate Gallery in Londen. ‘Zon, kerk in Zeeland’, een luministische impressie van de kerk in Zoutelande (1910). Indrukwekkend. Was het maar onze eigen Johanneskerk in dat felle oranje geschilderde zonlicht, dacht ik. Het had zomaar gekund toen Mondriaan nog in ons dorp woonde. Toch deed een ander schilderij mij dit bezoek meer. Misschien ook wel omdat het binnenkort, 8 maart, Internationale Vrouwendag is. ‘Moeder bij de linnenkast’, verbeeld door Theo Molkenboer (1871-1920). Voor een tweede keer siert dit liefdevolle romantische schilderij – een ode aan zijn 47-jarige moeder- de museumwanden van Singer. De eerste keer was dat ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan tijdens de tentoonstelling ‘De tijd wisselt van spoor’.
Molkenboer, de oudste van vijftien kinderen van wie er al jong zes zijn overleden, was een veelzijdig kunstenaar die naast schilderijen, beelden, glas-in-lood-ramen, , boekbanden en reliekhouders, decoraties maakte voor verschillende kerken. Hij werkte bij architect Cuypers (Rijksmuseum en Centraal Station Amsterdam) en Antoon Derkinderen die in 1893 in Laren kwam wonen en later in 1907 hoogleraar-directeur van de Rijksacademie werd. Het meeste succes kreeg Molkenboer als schilder van ‘wat archaïsche’ portretten, waaronder veel prominente katholieken en – heel bijzonder in maart 1912 in het Witte Huis- van de Amerikaanse president William Howard Taft.
Eind negentiende eeuw veranderde Nederland. Steden groeiden explosief door de opkomende industrialisatie. Er kwam welvaart, maar ook oppervlakkigheid. Kunstenaars verzetten zich hier tegen en richtten zich op de intimiteit van de binnenwereld –‘de spiegel van de ziel’- en kozen voor verstilling.
Het schilderij met de goed gevulde linnenkast, dat door haar ingetogenheid – moeder in zwarte jurk zonder opsmuk- zoveel toewijding uitstraalt, deed mij erg denken aan mijn moeder. Ik herinner mij de linnenkast in de slaapkamer van mijn ouders. Als alle linnengoed in stapeltjes was gesorteerd en keurig gestreken, pronkte het meubel met de paneeldeuren wijd open als een prijzenkast van groot gezinsgeluk. Een teken van welvaart. Ik herinner mij hoe mijn oudere zusjes voor zo’n uitzet spaarden. In veel gezinnen moest die linnenkast in orde zijn vóórdat er getrouwd werd. Was de inhoud er nog niet, dan kwam het wel eens voor dat een huwelijk werd uitgesteld: de jaren vijftig en zestig waarin alles was geduid voordat de wereld openbrak. Vijf decennia eerder, toen het schilderij in 1895 werd geschilderd, zaten vrouwen stevig in hun traditionele moederrol voltoewijding en onberispelijke moraal. Het realistische schilderij is dan ook een toonbeeld van eenvoud, zuinigheid, distinctie, en vooral van ‘hoe het hoort.’ Honderd jaar later is die traditionele rol van de vrouw gelukkig veranderd. Stemrecht, een grotere zelfstandigheid en een betere maatschappelijke positie is door hen de afgelopen eeuw bevochten en gedeeltelijk verworven. Dit jaar is het thema van de Internationale Vrouwendag ‘Vrijheid’ met blijvende aandacht voor de gelijkwaardige positie van meisjes en vrouwen. Er valt nog veel te doen. Of zoals Theo Molkenboer zijn werklust verwoordde: ‘The past is there to teach us, the present is there to work in’.
Leo Janssen