25 mrt.- Ik kan mij nog goed herinneren hoe een computernerd mij jaren geleden vertelde dat het niet lang meer zou duren wanneer wij ’s ochtends – net uit bed en zittend aan het ontbijt- de keuze kunnen maken, hoe de dag door te brengen. Analoog of virtueel. Zeg maar een dagje uit via de A-4 naar het badhotel in Domburg, of via de snelweg van het Internet naar de torenhoge beelden van Paaseiland in de Stille Zuidzee. Eind februari – in de wereld voor de Coronacrisis- leek mij die werkelijkheid ver weg, maar nu drie weken later, is het al zover met het oog op een niet onmogelijke ‘lockdown’ in ons land. Bizar en absurd. Sinds een week leef ik – en wie niet- in een totaal andere wereld. Waar gaat het nog over. De maatschappelijke crisis en angsten hebben dientengevolge een enorme impact. Het is vervreemdend. Een lege agenda. Nog nooit meegemaakt. De drie telefonische vergaderingen vorige week namen nauwelijks een uur in beslag. Alle aktiviteiten staan ‘on hold’ of zijn afgelast. Geen Matthäus Passion, Atelierroute en Art Magazine. Ook de voorbereidingen rond 500-jaar Johanneskerk zijn voorlopig bevroren. ‘Het lijkt wel oorlog’, hoorde ik bij de kassa van de supermarkt. ‘Maar nu is er alles, en toen was er niks’, vult een oudere dame mij aan. ‘Alles?’, riep ik cynisch: ‘Er wordt nog steeds gehamsterd.’ Ergo, toen mijn vrouw Annemarie schrok toen een mevrouw plotseling voor haar boodschappenkarretje dook bij de groente afdeling, kreeg ze de opmerking: ‘Bent u bang? In welke valkuil zijn we met zijn allen terecht gekomen. Hoe verstild lijkt Laren niet? Een net opgebouwde nieuw gelakte poffertjes- en wafelenkraam van Corn. de Haan in het hart van ons dorp, ‘traditioneel’ als de aankondiger van de lente, is gesloten. Zal het de poffertjesdirecteur nog gegund zijn het kostelijk zoet te serveren voor het eind van de zomer wanneer ‘traditioneel’ de antieke kraam weer wordt afgebroken? Doelloos liep Marcel Hilhorst de afgelopen week rond over zijn kale houten terras. Gelukkig kreeg zijn vrouw Wilma een lumineus idee. Hoe kon het horeca echtpaar hun liefde voor het dorp laten spreken en het antieke fornuis met dat prachtig verchroomde lofwerk weer laten branden? Door meer dan 1000 portie poffertjes – om niet- te bakken en als ‘hart onder de riem’ te laten bezorgen door Wilma, zoon Bas en een vijftal vrijwilligers bij de vijf van bezoek verstoken verzorgingshuizen in Laren. In deze bedreigende en ontwrichtende tijd heeft iedereen –op zoek naar verdieping- het opeens over Albert Camus, de Frans- Algerijnse schrijver van het boek La Peste. In deze roman, een metafoor over een belegerde stad die beschrijft hoe mensen met elkaar omgaan in tijden van crisis, vertelt de Nobelprijswinnaar hoe mensen zowel een egoïstische/egocentrische als altruïstische kant hebben. Maar de essentie van Camus is dat in de mens meer te verwonderen dan te verachten valt. Gelukkig hebben we in ons dorp er talloze voorbeelden van. Van de verzorgende beroepen en de vrijwilligers tot de poffertjeskraam van Wilma en Marcel. Lieve mensen, ‘bol an’, hou elkaar vast, al is het op twee meter afstand.
Leo Janssen