6 juni.- Na het voetbal is vissen de meest populaire sport. Zelf, heb ik het slechts één keer gedaan. Met een vriend had ik een roeiboot gehuurd bij Manten in Loosdrecht en voor dag en dauw zaten we aan de waterkant ons scheel te staren naar die dansende dobber om met een beetje gevoel voor visserslatijn een snoekbaars van ruim een meter aan de haak te kunnen slaan. Niet gelukt, nooit meer, ontzettend saai. Deze week triggerde het vissen me meer. Een goede vriend van mij, de reclamegoeroe/ceo Peter Paul Blommers die mij destijds opvolgde als voorzitter van ‘Orange Babies’ riep altijd als ik hem tegenkwam: “Ik heb iets verzameld daar ga jij als Laarder heel erg van genieten”, maar te zien, kreeg ik het nooit. Afgelopen week geschiedde het wonder en toonde hij mij zijn ontdekking: een uniek museaal manuscript over vissen uit 1903: ‘Naar d’oevers der Eem’, het verslag van de in Laren opgerichte visclub ‘Op Hoop van Zegen,’ getekend en geschreven door onze eigen beroemde etser Toon de Jong. (1879-1978)
Als. torenklok.
’t ons. luid. verkondt:
‘k Heb. Twee. Reeds.
in. den. Morgenstond.
van. zomernacht. verkregen”!!
Dan. wordt. Op. Slaap.
niet. meer. gelet.
de. visschers. springen.
uit. hun. Bed:
Zij. gaan:
”Op Hoop van Zegen”!
Toon maakte dit ‘Vischboek’ voor zijn maat E.J. ( Bart) Tenckinck.(1881-1964) Twee avondjes speuren leerde mij dat Bart , de latere commissaris van politie in Haarlem, familie was en van 1902 tot 1905 volontair bij de politie in Hilversum. Beide neven hadden dan ook de ambitie met de opgerichte visclub belangstelling te wekken ‘in het Edele vischvermaak en mede te gaan met Bart en Toon.’ (… Al is “Op Hoop van Zegen” nu bepaald geene vereeniging die die naam mag dragen wegens ’t gering aantal leden‘…) stond er relativerend bijgeschreven. Daarnaast werden de belevenissen van de 16 vistochten ‘ door aantekening’ (datum, tochtgenoten, vangst, vertrekuur, thuiskomst, richting wind en bijzonderheden) bewaard. Het boek is niet alleen interessant vanwege de museale pentekeningen, maar ook geeft het literair door inleiding, verslagen en verhalen, een geweldig tijdsbeeld van de hengelsport rond Eemnes begin twintigste eeuw. ‘Onze onderzoekingen waren niet altijd gericht op eendengekwaak en andere uiterlijke dingen. Voorwaar, soms luisterden wij al reeds naar de stille poëzie die het uitgestrekte polderland in zich sluit en waar een ongewijde zich geen denkbeeld van kan vormen. Wat toch is dat polderland mooi!! Wat uitzicht reeds op den dijk, als zilverwitte wolken over wijde groenende vlakte worden voortgestuwd door zoekende voorjaarswinden en vaarten en slooten zich vertoonen als reine witte strooken, streng van lijn in groenend geheel. En daarachter die zee, met blauwe horizonstreep, gebroken door witte zeilen, schitterend verlicht in zilverlicht. Om de water karekiet te hooren temidden van zijn waterwereld. Men moet visscher zijn om met blauwende lucht aan de kleur van het water te kunnen zien of onder dat kroos of onder die waterlelie zich een snoek of baars verborgen houdt.’
Bol an mensen volgende week meer wonderlijke verhalen van Toon, en zijn komisch visreglement. ‘Het is niet te beschrijven, lezer, gij kunt het niet gevoelen. En als gij niet tegen wat loopen en kortenslaap opziet, zet een vischhoed op (ik heb nog extra bruine) en ga mede op onze tocht’
Leo Janssen.
www.bol-an.nl