22 mei.- Ik ben gek op vogelgezang, maar een kenner ben ik niet. Zo vertelde mij iemand een paar weken geleden dat merels ophouden met zingen na Sint Jan. Nou kun je mij van alles wijs maken, maar deze opmerking triggerde mij toch echt uit te zoeken of dat zo is. Voor mij niets mooiers dan die wonderschone coloraturen die de Eng worden ingeslingerd op weg naar de vroegmis op het Sint Janskerkhof, op de zondag het dichtst bij 24 juni, op de naamdag van Johannes de Doper, de schutspatroon van Laren met als hoogtepunt de eeuwenoude Sint Jansprocessie.
Vol scepsis over die opmerking, wandelde ik terug naar huis, naar mijn iMac, om te achterhalen hoe dat zit met die improviserende zangers en hun soortgenoten. Op de website van de vogelbescherming, viel ik meteen met mijn neus in de concert-boter. Deze weken in mei zijn zo ongeveer dé piek van de vogelzang. Een paar dagen geleden eindigde nog maar net het Holland Festival voor de vogelaar, de Nationale Vogelweek.
Ergo, de club waar ik lid van ben, nodigde mij uit vooral nog deze weken voor Sint Jan de wekker rond 04.00 uur te zetten, het dekbed van mij af te werpen, en het raam wagenwijd te openen, omdat het zeer de moeite loont naar de vroege ochtendzang van fitis, rietzanger, roodborst, en winterkoning te luisteren. Niet dat ik overigens één van deze vogelgeluiden zou herkennen.
‘Al heel vroeg’, aldus de vogelbescherming, ‘vaak al twee uur vóór zonsopkomst beginnen zanglijsters en merels te zingen. Niet toevallig, omdat ze met hun ogen veel licht vangen. Daarna meer vogels, en rond zonsopgang de meeste zangers, die de hoogste activiteit ontwikkelen om hun territorium te markeren en een vriendinnetje op te scharrelen. Handig zo’n community singing, want dan weet je precies waar je buurman zit die voor veel vogels overigens individueel is te herkennen. Na een tijdje ken je dan je buren, en dat geeft rust: geen kapers op de kust. Na de zonnewende op 21 juni neemt de zang snel af. De kortere dagen daarna, hebben invloed op de hormonen die de zang stimuleren’ aldus de site. De man had gelijk. Iedere vogel dus een decibelletje minder na Sint Jan.
Het wordt tijd dat ik me dan ook eens meer stort op boekjes als ‘Zien is kennen’, ‘Een tuin vol vogels’ of ‘Dorrestijns volkomen vogelgids’ die ik wel heb doorgebladerd, maar feitelijk nog ongelezen in mijn boekenkast staan . Zo zat ik vorige zomer in mijn kantoor achter mijn computer met de deuren wijd open . Tussen al het getjilp een helder zuivere zang. Piep…piep…piep, een gevarieerde hoog- laag- drieklank. Ik genoot ervan. Ik ‘struinde’ meteen wat bomen en hoge bamboe struiken af om erachter te komen waar dit nieuwe frisse geluid vandaan kwam. Piep…piep…piep, ik was benieuwd naar welke vogel. Ik kon het niet thuis brengen. Een week later – het was opnieuw stralend weer- mijn aandacht was enigszins verslapt- klonk opnieuw vanuit de tuin de anonieme fluiter. Ik besloot aan mijn onwetendheid iets te doen. Ik pakte de vogelgeluiden-app op mijn iPhone en begon het hele vogelalfabet af te luisteren. Ik was al voorbij het geluid van de leeuwerik, toen mijn vrouw mijn kantoor binnen kwam. “Zo breng ik je de koffie, hoor”, verontschuldigde ze zich. “Ik hoor dat ik de was uit de nieuwe machine moet halen!” De anonieme Miele-vogel had het ruime sop gekozen.
Leo Janssen
Illustratie: Inne Haine ‘zangvogels’, Gitte Spee: Miele