7 aug.- Je moet het eens hebben over die mevrouwen die het altijd hebben over het terras van Moove en spreken over Almère”, adviseerde Peter Calis mij voor een nieuwe ‘bol an’.
De wethouder en loco-burgemeester is een geboren en getogen Laarder die Mauve gewoon als Mauve uitspreekt. Terwijl hij het vroeg, herinnerde ik mij , hoe ik een kleine twintig jaar geleden om stemmen te winnen voor Larens Behoud bij Albert Heijn stond en een mevrouw mij herkende.
‘U woont toch op het Moovezand?’, vroeg een mevrouw, die met volle tassen Pauw verliet. Ik deelde haar één van mijn laatste kleurrijke verkiezingsfolders uit. ”Moovezand?” Moest ik haar – hier vóór de supermarkt – verbeteren met het risico haar stem op onze partij te verliezen? “Het is Mauvezand, Pauw-mevrouw!”, floepte ik er iets té snel uit. Ik schrok van mezelf en legde haar uit: “Het Mauvezand, vernoemd naar Anton Mauve, onze grootste Larense schilder”. Ik fietste – ietwat gegeneerd over mijn opmerking naar die mevrouw – terug naar huis in een vallende roze avondzon. Eerst langs de Basiliek dan voorbij de stenen Mauvepomp op de lommerrijke Brink, richting het voormalige Zandgat zoals onze buurt in de tijd van Mauve werd genoemd. Ik dwaalde af. “ ‘t Is aandoenlijk mooi hier, van een fijnheid van lijnen, een liefelijke poezij straalt uit alles, binnenhuizen, wegen, akkers, boschjes en de menschen is van het liefste soort dat te bedenken is.” Het staat in een brief, die de beroemde schilder schreef aan zijn vrouw Ariëtte over zijn eerste bezoek aan Laren in 1882. Vanaf het begin had ons dorp Mauve te pakken. “Laren, dat verscholen lag tussen de ‘heuvelachtige heidegronden met kudden en schaapskooien, sierlijke berkjes en zwarte dennegroepen ,omhuld door parelgrijze en lichtblauwe luchten die hier dikwijls zoo zacht wazig zijn door de uitdampingen der naburige Zuiderzee’ Eén van de plekjes, waar Mauve vaak schilderde, was even buiten het dorp gelegen, in de buurt van het tegenwoordige Mauvezand. ‘Er waren altijd wel bosjes of struiken op de heide aanwezig. Daar, tegen de achtergrond van een bijzonder schilderachtig bosje, plaatste hij graag zijn kudde schapen.’ Waar ik dus nu fietste, trok Mauve er destijds op uit om in de open lucht te gaan schilderen. Ik passeerde onze boerderij, net als hij destijds, en fietste door voorbij de hut van Mie richting de later naar hem genoemde ‘Mauve Boschjes’ en keerde weer terug naar huis. Een week later, lag er een kaart van ‘de Pauw-mevrouw’ op mijn deurmat. Het was een afbeelding van het beroemde schilderij ‘Heide te Laren’ van Anton Mauve, dat nu in het Rijksmuseum hangt. Ze had erop geschreven.” Gefeliciteerd met jullie overwinning en veel succes in de raad. De Po-mevro !’ Ik lachte in mezelf en dacht aan wat de grote schilder bijna 150 jaar geleden geschreven had: ‘en de menschen is van het liefste soort dat te bedenken is.”
Leo Janssen