19 aug.- Ik moet u iets bekennen. Een held ben ik nooit geweest. Hooguit op sokken. Ik heb dan ook een mateloze bewondering en diep respect voor mensen die dat onverschrokkene hebben, en dat ongelofelijke kunnen presteren: de durfals, de doorzetters , de gepasioneerden, de dapperen onder ons:
De bergbeklimmers, solo rond de wereld zeilers, koorddansers boven de Grand Canyon. Toppers zijn het.
Van de week hoorde ik over zo’n held, Laarder Wim Vos, grootmeester in de leeuwenkooi. Ruim vijftig jaar betrad hij met zijn roofdieren de nationale en internationale circuspistes van Monaco, Japan, Thailand, Hawaï, Mexico, en Amerika. Zonder éen schrammetje. (Op die ene beet in zijn duim van een babywelpje na.) Wat een hero!
Als kind kon ik uren kijken als het circus bij sportpark Hilversum was gearriveerd. Entreekaartjes waren er niet, dus glipten we. De saxofoonmuziek, de spotlights, de spreekstalmeester, de acrobaten, de clowns en de leeuwen, gekooid op weg naar de piste met zaagsel en aangeharkt zand. Het geknal van de gezaghebbende zweep. Het gegrom als een van de leeuwen omkeek op weg naar zijn podest aan de rand van de kooi.
Wim Vos was van jongs af aan bezeten van dieren. Zodra hij kon fietsen, zette hij koers naar het winterkwartier van circus Strassburger in Hilversum waar hij al snel mocht assisteren bij de dressuur van een groepje kamelen.
‘Niet eens zozeer het circus, maar veel eerder hadden de beesten zijn grote belangstelling en passie. Het applaus dat het opleverde onderging hij gelaten’, aldus Dick H. Vrieling , oud perschef van circus Tony Boltini en al meer dan 25 jaar hoofdredacteur van het bijzondere circusmagazine Piste.
Wim Vos was de oudste van acht kinderen uit het warme gezin van de hardwerkende Jan Vos en Nelly Vos – van der Wardt, die een woningzaak hadden op het Schoolpad. Een studiebol was Wim niet bepaald, – hij spijbelde nog al – maar de kantjes ervan af lopen, kwam niet voor in de vocabulaire van Pa Vos. Dus trad Wim op 16-jarige leeftijd aan het werk in de stallen van het wintercicus in Carré waar hij de paarden en de zebra’s verzorgde.
Via dompteur Henk Luycs die in Amsterdam ook optrad, komt hij terecht bij dressuurschool, dierenhandel en dierentuin Klant in Valkenburg. Hij verzorgt de dieren en leert er het vak. Soms treedt hij op als kamelen ruiter, met paardendressuur of loopt hij door het dorp met een kameel en bord om reclame te maken. In 1965/1966 raakt een van de dompteurs bij circus Toni Boltini zwaar gewond en neemt William Vos – die naam bekt beter dan Wim Vos – de zweep over. Een (inter)nationale carrière gaat van start.
Een van zijn zusjes, Hetty van der Lee-Vos woont nog naast het ouderlijk huis in Laren. ‘Of ik mijn broer heb zien optreden? Ja zeker, in Laren. Ik was een jaar of veertien. Hij stak toen zijn kop in de bek van de leeuw. Doodeng. Hij legde een stuk vlees op zijn kin. Niet echt leuk. Ik was wel trots op hem. Ik blondeerde altijd zijn haren. Zijn imago. Later was hij veel van huis.
Hij trouwde Barbara, een Poolse danseres, bekend van de opera en operette. Ze heeft met hem één keer in de leeuwenkooi gestaan en had ook een olifanten nummer. Tot op het eind van de loopbaan van Wim Vos week ze niet van zijn zijde:stond iedere repetitie en iedere voostelling aan de kooi.
Wim’s zoon Michel, geboren in Frankrijk, woont in Baarn, en is opgegroeid tussen vele tante’s en kennissen als zijn ouders op tournee waren. In de vakanties reisde hij ze met zijn broer Olaf na – hoe lang of kort die vakanties ook waren. Michel: ‘Mijn vader nam voor zijn dieren alle rust. Hij was vooral een dierenliefhebber. Een eerlijk en rechtvaardig mens. Een fantastische man die hield van reizen om culturen beter te leren kennen. ‘
Leo Janssen
Bron: Wim Vos, grootmeester in de leeuwenkooi. Dick H.Vrieling Uitgave: Club van Circusvrienden Nederland