23 mrt.- Vorige week vroeg dorpsgenoot en vriend Paul de Lussanet of ik een foto wilde nemen van de overhandiging aan pastoor Jan Vriend van zijn monografie ‘Verf in het bloed’, op verzoek geschreven door Wim Hazeu ter gelegenheid van Lussanets tentoonstelling in de Nardincgalerij van Singer Laren. ( 9 maart tot 28 augustus)
Eerder publiceerde Hazeu biografieën van Gerrit Achterberg, J,Slauerhof, M.C.Escher, Simon Vestdijk, Maarten Toonder en Lucebert. Voor Hazeu kwam die opdracht van museumdirecteur Jan Rudolph de Lorm in september 2020 na alle heftigheid over Hazeu’s onthullende publicatie van Luceberts oorlogsverleden als een geschenk uit de hemel. Voor bohemien-schilder de Lussanet gold aan het eind van een kleurrijk kunstenaarsleven hetzelfde.
De Lussanet had echter geen brieven bewaard, geen dagboeken – een must voor iedere biograaf- en ook was Hazeu’s tijd beperkt. Waar meestal vier jaar voor staat, klaarde de Baarnaar in negen maanden.
Hazeu: ’Paul sprak mij aan – ik bezit drie schilderijen van hem- omdat we generatiegenoten zijn, oorlogskinderen uit 1940. Maar vooral vanwege zijn onderwerpen. Niet alleen het naakt, vrouwen of landschappen, ook zijn liefde voor kunstenaars die hij gekend heeft zoals de expressionist Kokoschka. Het portret van hem in de Nardincgalerij is een van zijn mooiste schilderijen. De laatste tien jaar is hij een nog sterkere schilder geworden. Met museum MORE is het begonnen. Ik zie het avontuur. Dat is ook in het boek te lezen. Hij is niet bang voor kleuren. Kleuren die weinig schilders gebruiken zoals paars en oranje. Hij is met verf in het bloed geboren en -met een kort uitstapje als cineast- nooit verleid om niet te gaan schilderen.’
Digibeet de Lussanet, zaterdag in NRC gekopt als ‘Hoe een ‘hockeyballetje’ in de kunstscene belandde, aanschoof bij Giacometti en niet bij Sartre want ‘Die stonk naar pis.’’, stuurde iedere dag een handgeschreven brief, verpakt in een tasje van ‘The Englisch Hatter die hij hing aan Hazeu’s garagedeur waarin de antwoorden op de per email door de biograaf gestelde vragen.
‘Paul heeft een geweldig geheugen, schrijft mooi geformuleerde zinnen. Ondertussen deed Hazeu onderzoek naar Lussanets relatie tot Jan des Bouvrie, Fritzi ten Harmsen van der Beek (‘Jaglust’) Herman Krikhaar, Zuid Frankrijk, Londen en zijn terugkeer naar Laren.
In die tijd kwam hij in contact met pastoor Jan Vriend. Hazeu citeert: ‘Hij vroeg Paul een schilderij van de Sint Jansbasiliek te maken. Toen hij het zag:’ Het schilderij laat aan de buitenkant zien wat wij van binnen vieren. Dit schilderij dat in de pastorie hangt, geeft veel energie. Paul kleurt niet alles in en daardoor krijgt alles kleur. Het is tijdloze kunst.‘
Volgens Paul, pittig aan het herstellen van een zware hartoperatie, is de zeggingskracht van het boek ‘het over de schouder van de schilder meekijken’. Het is als wat je na een leven aan goede schilderijen overhoudt; momenten die je zelf belangrijk vindt. Door wie je werd beïnvloed, gestimuleerd. De schilder aan het werk. De hoge cijfers, de achten en tienen. Als een schilderij. Je hebt ‘goed’, ‘uitmuntend’ en ‘gaat wel’. In dat laatste gaat het stanleymes.
Ik denk dat ik echt alles op alles heb gezet en uitsluitend op eigen kompas heb gewerkt. N’en déplaise …de buitenwereld.’
Bol an mensen ’Wie het avontuur zoekt, is vindingrijk en kan zich tot op hoge leeftijd verliezen. Een prachtig boek over Paul en belangrijk voor de Larense kunstgeschiedenis.
Leo Janssen
LUISTER HIER NAAR DE COLUMN DOOR LEO VOORGELEZEN
‘Verf in het bloed’ Bezige bij. 25,99 euro
Verf in het bloed.
Paul de Lussanet (1940) krijgt zijn eerste schilderlessen van zijn grootouders, kunstenaars in het bruisende kunstenaarsdorp Laren. Na een korte periode aan het Hoger Instituut voor Schone Kunsten in Antwerpen brengt hij drie zomers door aan de Schule des Sehens van Oskar Kokoschka. Daarna vertrekt Paul voor tien jaar naar kunstenaarsmekka Parijs. In de zomermaanden is hij vaak te vinden op het Larense kunstbolwerk ‘Jagtlust’ van Fritzi ten Harmsen van der Beek. In 2000 keert hij definitief terug naar geboortegrond Laren.
De Lussanet, ooit bestempeld als “wonderboy van de nieuwe figuratie”, verbeeldt liefst het vrouwelijk naakt. Maar het gaat hem vooral om het schilderen zelf. Hij maakt dynamische composities met een trefzekere lijnvoering en losgezongen kleurvlakken. De deels zichtbare witte ondergrond laat zijn werk ademen. De invloed van de grote expressionist Kokoschka blijft voelbaar en slaat een brug met het modernisme. Bron: Singer Laren
Een fascinerend tijdsbeeld van 60 jaar Nederlandse kunstscene