14 apr.- Benieuwd naar het ‘traditionele’ geschenk van de 87ste Boekenweek met als thema ‘Eerste liefde’, liep ik zaterdagochtend, genietend van de stilte in het dorp, richting de Larense Boekhandel om met het laatste restje van mijn boekenbon een nieuwe roman voor Annemarie uit te zoeken bij eigenaresse Annelies.
De loftuitingen in de media de afgelopen week over de ‘Boekenweek-bonus ‘van dit jaar hadden me enthousiast en hongerig gemaakt. Ilja Leonard Pfeijffer (1968), literator te Genua, winnaar van de Libris Literatuur Prijs (2013 en 2018) met La Superba en Grand Hotel Europa, (in meer dan 20 landen vertaald!) schreef voor de 70ste editie van het ‘literaire cadeautje’ Monterosso mon amour.
Het lag bij het afrekenen al verpakt in een A4-tje met daarop de tekst ‘Fragment uit het Boekenweekgeschenk dat zich deels afspeelt in Laren. (…) Sinds zijn vervroegde pensioen wonen Carmen en Rob in een comfortabele woning in de aantrekkelijke middelgrote Nederlandse gemeente L*** (…)’. Een romantische novelle over de kracht en het belang van verhalen.
‘Wordt ontevredenheid tevredenheid als je je erbij neerlegt?’ Carmen, de kinderloze hoofdpersoon van middelbare leeftijd – ze voelt zich oud want ze houdt van lezen-, is er nog niet van overtuigd. Heel doelbewust heeft ze haar leven ingesteld op de carrière van haar man, een diplomaat. Ze is welgesteld, drinkt haar middagsherry en heeft op alle continenten de tennisballen in het net de wereld ingeslagen. Uit liefde voor literatuur organiseert ze vrijwillig literaire avondjes voor de openbare bibliotheek.
Volgens Pfeijffer is zij één van die vrouwen die hij tegenkomt bij lezingen, bibliotheken en boekhandels: anonieme echte liefhebbers die op de achtergrond het literaire bedrijf mogelijk maken. ‘Ze staan nooit in de schijnwerpers’, lichtte de schrijver toe in het VPRO-boekenprogramma ‘Brommer op Zee’.
Carmen: ‘Er bestaan eigenlijk geen boeken over vrouwen zoals ik.’ Pfeijffer: ‘Carmen ervaart het gebrek dat ze het leven niet na kan vertellen als een verhaal’.
Ze besluit een sprong in het diepe van haar verleden te wagen en komt haar belofte na aan haar vakantieliefje van vroeger: ‘Ik zal terugkomen’. Ze reist naar de plek waar ze hem heeft ontmoet. Meer verklap ik niet.
Een schitterend tijdloos verhaal – haar mobieltje wordt bij aankomst in Italië meteen gestolen’- van een weergaloos schrijver.
Ik dacht na over ‘Eerste Liefde’ en verdwaalde in het doolhof van mijn herinneringen. Vriendinnetjes vóór mijn grote liefde? ‘Die waren meer om te oefenen’ , zeg ik Pfeijffer ironisch na.
Mijn eerste grote liefde in een tijd van Beatles en Barbara , de jaren zestig toen de wereld openbrak, waren die grote mooie ogen van Annemarie. Later in het Rechthuis van Kortenhoef door barman, schoenmaker Jacques omschreven- met hese stem- als vijvertjes. En weer later toen we – verliefd op de lichtstad en elkaar – door een clochard op het terras tegenover de Notre Dame voor een paar francs werden aangesproken. Voor Annemarie toverde hij mysterieus en verrassend een muisje tevoorschijn uit het vestzakje van zijn Bretonse trui. Hij omschreef de kleur van haar ogen als die van de Japanse zee.
Annemarie’s blik, mijn eerste grote liefde. ‘Toen ik je zag werd ik verliefd, en jij glimlachte omdat je het wist.’ (GabrieleD’Anunzio).
Bol an mensen, Vrolijk Paasfeest!
Bron en foto: Leo Janssen