24 juni.- Van de week kwam ik tijdens het voorbereiden van mijn causerie over de Larense Sint Janstraditie in het Brinkhuis een foto tegen waar Annemarie in de Historische Kring op een blow up tot haar grote verrassing en enthousiasme haar vader ontdekt als jong baldakijndrager in de Sint Jansprocessie.
Die afbeelding is precies honderd jaar oud en komt uit de collectie glasplaatjes die hoort bij de stereokijker van pastoor J.J.Brouwer (1889) die van 1940 tot 1964 pastoor in Laren was. De oud-majoor legeraalmoezenier van de landmacht in Den Haag die eenmaal met emeritaat door paus Paulus VI was benoemd tot geheim kamerheer, stond erop dat dit unieke kunsthistorisch kleinood na zijn dood in het dorp bleef.
‘Het is van de Laarders’, vond hij en enkele weken voor zijn overlijden schonk hij het aan grafisch vormgever Peter de Wit -toen 16 jaar- die in 2009 heel plotseling overleed. Peter was de ontwerper van het door mij als wethouder ontwikkelde Larens Journaal. Als jonge man diende hij altijd donderdagochtend de mis in een van de kapelletjes van de basiliek. ‘Ik was dan altijd vrij van school’, vertelde hij mij, ‘en omdat ik een van de weinigen was, die de mis in het Latijn kon dienen, deed ik dat graag voor hem. Na afloop ontbeten we in zijn woning op de burgemeester van Nispenstraat.
Opeens pakte hij die stereokijker uit de kast. Hij wist dat fotografie mijn hobby was. De glasplaatjes tonen een prachtige dorpse, ingetogen sfeer. De processie in die tijd lijkt bepaald geen blijde gang. Eigenlijk heb ik een stukje Laren van hem gekregen. Ik heb ze zorgvuldig opgeslagen in een kluis.
Ik liet de kijker thuis zien. Mijn overgrootvader stond erop. Zijn bijnaam was ‘Zakke Gerrit’. Hij was doodgraver, processiekruis drager en lustte nogal een ‘slukkie’. Toen hij met die touwen in zijn handen de kist moest laten zakken en een beetje stond weg te dromen, zei men altijd ‘Zakke, Gerrit!’
Later gaat de stereokijker – het mooiste dat ik heb- naar mijn zoon Marnix. Ik zie dat als een opdracht. Hij is al volop met de processie bezig. Als misdienaar en hij helpt mee met het bogenbouwen. Hij is de volgende generatie die het allemaal moet gaan overnemen. Dat vind ik een van de belangrijkste dingen. Dat je als vader de wortels flink sterk maakt. Dan groeit er later iets moois uit.’
Zoon Marnix is inmiddels 33, werkt in Laren bij de Gebroeders van der Wardt op de Sint Janstraat en helpt mee de erepoorten ’De Vlam’ en ‘De mijter’ te bouwen bij Comité Klein Laren. ‘Ik heb niet het gevoel erbij dat echte Laarders hebben. Ik ben weliswaar uit Larense ouders geboren, maar getogen in Eemnes. Sinds mijn vader jong overleed, ben ik niet veel in de kerk geweest. Ik blijf het bogenbouwen doen om de traditie, de trots van mijn vader in ere en groot te houden. Hij deed het altijd met volle passie.
Tijdens de processie fiets ik er een beetje omheen. Wel ga ik na afloop naar Tante Mineke op het Hendrikalaantje. Daar verzamelt iedereen zich voor koffie, soep en een broodje. De stereokijker ligt veilig opgeborgen bij mijn moeder in Montfoort.
Leo Janssen