12 aug.-De vraag die mij, maar vooral Annemarie de laatste weken het meest wordt gesteld is ‘Is het hondje er al?’ Helaas, voordat het beestje haar dagelijks bestaan in Berlikum mag verruilen voor die op het Mauvezand, duurt het nog wel even. Het beestje is geboren op 3 juli en wil ze echt klaar zijn voor de grote reis van Noord-Friesland naar het Gooi, gaan daar zeker twee maanden overheen.
Van fokster Rinske krijgen we ondertussen appjes met eerste beelden van moeder & kids. De snoezige hompjes van het ras Coton de Tuléar, hebben weliswaar nog weinig weg van de prins en prinses die zij later gaan worden, maar Annemarie heeft nog nooit zo vaak op haar iPhone gekeken en kan niet wachten op kraamvisite te gaan.
Zaterdag 30 juli is het zover. Voor een tweede keer – de eerste was voor onze sollicitatie om überhaupt voor een boreling in aanmerking te komen- reizen we af richting het hoge noorden. Onze vriendin Mariëtte is mee en net zo nieuwsgierig.
Rijden door de Flevopolder blijft bijzonder. Ik kan moeilijk wennen aan de enorme wieken van tientallen windturbines die de rust van het zomers akkerlandschap rond Zeewolde en Almere ontsieren. Langs de gewassen ook hier en daar boerenprotest tegen het stikstof- en natuurbeleid. Variërend van de omgekeerde nationale driekleur tot ‘door die Haagse idioten gaat Nederland naar de kloten’.
Gelukkig is er in de buurt van het Tjeukemeer op weg naar Heerenveen – zoals de dag ervoor op de A7- geen blokkerende trekkers caravaan. We zijn een uur te vroeg, dus gaan we koffiedrinken in de buurt van het langgerekte terpdorp. We komen terecht in Sint Annaparochie.
Op het zonovergoten terras tegenover de achtkantige Van Harenskerk slaat de klok twee uur. ‘Pypskoft’ zegt de eigenaar van het eethuis De Kaai. ‘Fries voor ’rustpauze’’. ‘In deze kerk is Saskia van Uylenburgh met Rembrandt getrouwd’, vult de serveerster aan. Nog een half uur.
Annemarie begint nu echt zenuwachtig te worden. ‘Spannend zo’n wezentje te zien dat ik jaren bij me ga krijgen’, klinkt het benieuwd en verwachtingsvol. Vragen komen naar boven. Hoe laat is ze geboren. Wat voor tuigje? Welk voedsel? Wanneer mag ze naar Laren? Na het afrekenen van de cappuccino’s nog snel een ‘Suzanne-met-de-mooie ogen’ gekocht voor Pieter en Rinske in Menaldum, vijf minuten bij hen vandaan. Eindelijk.
Haast struikelend met de plant over het lego speelgoed in de hal, snelt Annemarie naar binnen. Midden in de kamer staat de puppy ren. De Cotonnetjes speels krollend over kranten en elkaar heen. Annemarie is euforisch. ’Kijk die oortjes’, ‘Wat lief,’ ‘Wat lief.’ Moederhond Kyanne houdt de Gooise visite (Annemarie die vol verwondering over het kleine grut over de ren hangt) stevig in de gaten. Met een licht gegrom beschermt ze de twee kleintjes. ‘Het is haar eerste kroost’, zegt Rinske.
‘Vind je het niet moeilijk om het teefje straks uit handen te moeten geven?’, vraagt Annemarie driekwartier later bij het afscheid, terwijl de puppies uitgeteld bij moeders drinken. ‘Je kunt ze niet allemaal houden’, antwoord Rinske professioneel met een lichte lach.
Nog vier weken is ons teefje bij haar en dan mag ‘Snoetje’ met Annemarie definitief mee naar Laren.
Leo Janssen