28 nov.- Een bijzonder voorbeeld van ons Larens cultureel erfgoed is De Vlasschuur, hoek Groene Gerritsweg/Ruiterweg. Sinds de jaren 80 woonhuis van de kunstenares Toinie van Schendel, door velen bewonderd vanwege haar feeërieke portretten en kleurrijke, droomachtige werk.
Honderd jaar eerder – in de tijd dat ons arme boeren- en weversdorp door de Haagse School-schilders Jozef Israëls en Neuhuys werd ‘ontdekt’ – was de schuur in gebruik voor de verwerking en opslag van het veelzijdige gewas. Jan Hamdorff (1860-1931), herbergier van ‘De vergulde postwagen’ aan de Brink en op jonge leeftijd al een gewiekst zakenman, kocht de schuur in 1885 en bouwde er een verdieping op om zo aan het nijpend tekort aan atelierruimtes te kunnen voldoen. Hamdorff was de grote motor achter het ontstaan van een kunstenaarsklimaat in Laren. Drie jaar eerder had hij al de visie door de komst van de stoomtramverbinding Amsterdam-Huizen, met een tussenstop op de Brink in Laren, ons dorp uit het isolement van schrijnende armoede kon worden gehaald.
Met name door een wisselende stroom van schilders uit binnen- buitenland die in de voetsporen van de beroemde meesterschilder ‘Mauvetje kwamen spelen’ op de hei, gastvrij te ontvangen, hetgeen tegelijkertijd goed was voor de klandizie van zijn eigen logement. Overdag werd er geschilderd waarbij Jan Hamdorff voor schildersmodellen en werkruimte zorgde en ’s avonds werd er gebiljart, gegeten, gelachen en gedronken. In Laren was het erg gezellig, de voornaamste reden dat uiteindelijk ook Amsterdammers als de nieuwe villabewoners naar Laren kwamen en niet Bussum en Hilversum ‘forensten’ waar grondspeculanten en bouwondernemers tientallen villaparken ontwikkelden voor de gegoede burgerij.
‘De Vlasschuur’ is over de hele wereld bekend omdat de beroemde Duitse impressionist Max Liebermann, vriend van Jozef Israëls, het stoffige en ongezonde werk van de vlasspinsters heeft geschilderd. Aanvankelijk werd hem dat niet toegestaan, maar door tussenkomst van Albert Neuhuys kreeg hij alsnog toestemming van de eigenaar die bang was dat het schilderen van de spinsters vertragend op hun arbeid zou werken.
Welke kunstenaars werkten er allemaal? Arina Hugenholtz, Albert Neuhuys, Max Liebermann, Frans Langeveld, David Schulman, Willem Knip en Derk Meeles en zijn vrouw Loes van Groningen, die De Vlasschuur uiteindelijk van Jan Hamdorff kochten.
Ik kwam er zelf voor het eerst eind jaren zestig toen ik de latere eigenaren Jaap en Elly Brugman in ’t Bonte Paard aan de stamtafel bij Ome Co Marjot ontmoette. Jaap was de zoon van poppenspeler Bert Brugman, de bedenker van Dappere Dodo, het legendarische eerste KRO-kinderprogramma dat tussen 1955 en 1964 op de Nederlandse televisie werd uitgezonden. Ook woonde in ‘De Vlasschuur’ Bart Vos, de bergbeklimmer die in 1984 vergat een foto te maken toen hij als eerste Nederlander op de top van Mount Everest stond. Daarna architecten en de Larense drukker met eeuwig een pijp in zijn mond Toon van Gestel. Na zestien verkocht hij het aan de ontwikkelingsarts Dick Oomen en zijn vrouw Toinie. Een bijzondere plek. En dan heb ik het nog niet over de buurman Piet Mondriaan gehad.