16 aug.- Maandag 8 augustus overleed op 89-jarige leeftijd Jaap Grob. Jaap was in Laren een begrip. Als tambour-maître van de Larense drum- en showband MCC behaalde hij in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw nationale en internationale successen. Het was ontroerend om te zien hoe zijn dochters Ans en Joke vrijdag j.l. achter de kist , geëscorteerd door (ere)leden van het muziekcorps, bij het binnengaan van de rouwstoet in de Sint Jansbasiliek, de baton van hun vader meedroegen. De MCC was zijn leven.
Op het toppunt van zijn muzikale carrière, presenteerde hij meermaals – met de borst fier vooruit marcherend-, zijn muzikanten aan de jury op het Wereld Muziek Concours in Kerkrade en gooide dan zijn stok voor het duizendkoppig publiek wel vijf meter de lucht in. Het bezorgde de Larense muziekband en ook Jaap persoonlijk een palmares vol ereprijzen op concoursen met als hoogtepunten een tweede plaats op de wereldranglijst (uit honderden deelnemers) en drie nationale kampioenschappen bij de marswedstrijden.
De MCC zette Laren op de kaart en het dorp onthaalde trots de terugkerende bandleden aan het begin van de Vredelaan, waarna de tambour-maître nogmaals vol bravour de maat aangevend richting ‘De Schering&Inslag’ marcheerde en plaatsgenoten vol bewondering zagen hoe hij zijn ‘mace’ hoog de lucht in gooide en onder luid applaus weer opving.
‘Je gaat maar op een vereniging’, zei zijn moeder tegen haar nakomelingetje (broer en zus waren 14 en 11 jaar ouder) die uiterst verlegen bij de visite tegen moeders rokken kroop.
Als ik Jaap, een ommetje makend in de buurt van zijn achteraf gelegen geboortehuisje aan het Zevenend 11 (met een dakpan naast de voordeur waarop een afbeelding van een Larense boer naar een ets van Toon de Jong), altijd tegenkwam, groette ik hem met: ‘de beste tambour-maître ter wereld’. Dan klonk er verrast een verlegen, maar hoorbare lach.
Als klein joch genoot ik van zijn club trommelaars en blazers die onder zijn aanvoering door Hilversum schalde of tijdens de Sint Jansprocessie verstild en imponerend zich voortbewoog op het ritme van een enkele slag van de grote trom. Welk kind marcheerde niet over de stoep met een bezemsteel op en neer voor zich uitzwaaiend, de tambour-maître en ‘pom-perom-pom-pom’ de trommelaars imiterend.
Jaap, aldus zijn dochter, was een echte familieman en dol op Laren. Vertelde zijn verhalen over ons dorp gewild en ongewild aan iedereen die het maar horen wilde. Nog geen jaar geleden zat ik bij hem op de donkerbruine leren bank, vol verwondering kijkend naar de baton aan de muur en het certificaat van zijn erelidmaatschap.
Hij vertelde over zijn verlegenheid en dat hij daarom -12 jaar oud- zijn veel oudere broer die lid was geweest van de Mondharmonica Club Crescendo, volgde. Ruim 77 jaar: als mondorganist, pijper, concerttrommelaar en vanaf 1953 gaf hij als tambour-maître smoel aan de vermaarde drum- en showband.
Jaap tot aan zijn pensioen carrosseriebouwer bij Majoor was een ‘hartstikke’ tevreden mens.
Ik kijk opnieuw naar de baton aan de muur. ‘Hij is wat in de lucht gegooid’, zegt hij.’ ‘Ik ben wat keren op de hei geweest om te oefenen, want dan valt ie in het zachte zand’, klinkt het goedlachs. ‘Ik was nooit zenuwachtig, spannend was het altijd wel.’
Jaap Grob, een Larens icoon.
Leo Janssen
(Er verschijnt deze week geen Laarder Courant de Bel)