14 apr.- Vanochtend lag er een briefje bij de krant. In het blauw stond erop geschreven: ‘fijne lente liefs Jacky’. Het maakte het begin van de dag met Snoetje nog zonniger. Het 11-jarig overbuurmeisje die dol is op ons cotonnetje, had het in de bus gedaan. Snoetje trok inmiddels bij het hek al aan de riem en spurtte richting Bertus, onze buurman een vijftigtal meter verderop op het Mauvezand, waar ze in het stukje gras graag haar toilet maakt en minder oog heeft voor zijn twee katten Jaap en Karel. Met het groene wat lauwwarme gevulde zakje loop ik naar het poepdepotje voor het huis waar Noah woonde. Ik moet altijd even aan het kereltje en aan zijn achtergebleven broertje en ouders denken. Dat verdriet went nooit. Jacky speelde altijd met hem. De krenten staan in volle bloei. Terwijl ik oversteek naar de Jean Landréhof maak ik de riem los. Voor Snoetje een vrijbrief zich onder te dompelen in een wereld van bewondering en loftuiting. Ze is slim en weet wie haar goed gezind zijn. Als een speer rent de wit satijnen diva naar het huisje van Marleen waar ze regelmatig zo geknuffeld wordt dat ze van dolle opwinding op de vuile straat op haar rug gaat liggen en zich een minuut lang over haar buik laat kriebelen. Langs het grasveldje waar voor hondjes geen plaats is, snellen we naar het S.O.L.L. akkertje op de Harmen Vos weg. Op het onverharde pad aan de rafelrand van ons dorp overziet Snoetje het geheel en kijkt haar ogen uit. Intussen is in de bomen een lenteconcert losgebarsten. Ik pak mijn iPhone en neem de virtuoze fluiters op. Straks stuur ik het via WhatsApp op naar Stef Strik. Mijn mede bestuurslid bij de Willeke Alberti Foundation is niet alleen top ambtenaar milieu in Den Haag, maar ook een groot vogelaar. (Het zangkwartet, hoor ik later van hem, bestond deze vroege ochtend uit pimpelmees, merel, zanglijster en zwartkop). Snoetje dwingt me sneller door te lopen richting Lingenskamp. Ze doet dat zo fors dat een foto maken met één hand van de landelijke omgeving onmogelijk is. Ze heeft allang de bruine labrador geroken. Langs de plassen komt ze aangesneld. Snoetje wacht af. Een seconden of tien en het snuffelen aan elkaar kan beginnen. Daarna keffend en draaiend rondom Luca, zodanig dat mijn been door de riem wordt omzwachteld. Bij het veldje op de Ruiterweg waar straks acht woninkjes worden gebouwd geen kids. Jammer voor Snoet, want in menig potje voetbal de afgelopen maanden was ze de niet aflatende stoorzender die er tekens met de bal, groter dan haar koppie, vandoor ging. Het Geitenweitje is voor iedere wandelaar een feest. Wat Annemarie le Buhan en haar club daar voor elkaar hebben gekregen: Chapeau! Ganzen, kippen, eenden, pony’s en geiten door viooltjes omringd in zinken bakken. We dribbelen door, ruiken aan Fietje, Bentley, Mientje uit Blaricum , Amy van de erg aardige Klaas Vos, terwijl de sterke labrador van oud gemeenteraadslid Mark Drunks met een balk in zijn bek passeert (‘Ik heb al een hele kuub hout thuis’) en gaan bij de volkstuintjes links af naar de voormalige Hut van Mie. Een blubberzooi. Een herdershond komt op ons af. Altijd even opletten. Ik zie zijn baas gelukkig. Verder dan een gemiste knauw komt het niet. ‘Die is straks niet meer zo wit’, klinkt het, terwijl de man wijst op het gitzwarte modder pad. ‘Dat borstelt mijn vrouw wel weer wit’, antwoord ik. Anderhalfuur later ‘shine-t’ Snoetje. Met mijn vrouw Annemarie gaat het overigens steeds beter. De gevolgen van haar val in oktober op de Torenlaan waarbij ze haar bekken en twee ribben brak, lijken redelijk voorbij. Met een mini ommetje – soms met haar zusje Willie- laat ze de afgelopen week al tegen lunchtijd Snoetje voorzichtig uit. Eindelijk na een halfjaar van ellende wordt het voor haar ‘een fijne lente’. Wat lief van je, Jacky!
Bol an mensen, neem de tijd. Vooral onze politici. Met het appartementencomplex ‘ La Gare’ zijn ze gepiepeld en met de besluitvorming rond een natuurlijke Coeswaerde zou ik nog maar even ‘bol-an doen’ voor het te laat is!
Leo Janssen