3 dec.- Volgend jaar september bestaat ons oudste rijksmonument, dat schattige middeleeuwse kerkje aan de Naarderstraat – de voormalige Sint Janskapel – 500 jaar. Om dit juweeltje van Larens cultureel erfgoed voor de toekomst fraai en vooral dienstbaar voor de dorpsgemeenschap te behouden, is de Johanneskerk de afgelopen zomer van buiten gerestaureerd en wordt het gebedshuis van de Protestantse Gemeente Laren-Eemnes, deze herfst en komende winter van binnen gerenoveerd zodat ze er straks in de lente weer op haar paasbest uitziet, voorzien van een uniek Weidtmanorgel van omstreeks 1700, geschonken door de Evangelisch-Lutherse Gemeente in Hilversum.
Voor deze totale opknapbeurt was 500.000 euro nodig. In een recordtijd werd het enorme bedrag nagenoeg bij elkaar gebracht door de gemeente Laren, de provincie Noord- Holland en vooral door particuliere giften van dorpsbewoners en leden van de PGLE gemeenschap.
In aanloop naar 2021 presenteert museum Singer Laren tot 10 januari – als een van de eerste festiviteiten in het jubeljaar – aan de lange muur van de Van den Brink galerij een aantal ‘geschilderde gezichten’ op het pittoreske kerkje. Tijdens de bloeiperiode van de Larense kunstenaarskolonie begin twintigste eeuw – en ook wel later- is dit dorpsbeeld met zijn Coeswaerde, zijn oudste kroeg ’t Bonte Paard en de kathedrale iepenbomen van de Brink een geliefd onderwerp. Kunstenaars als Ferdinand Hart Nibbrig, Willem Knip, Arina Hugenholtz, Co Breman, David Schulman, Gustave de Smet en Lou Loeber legden het tafereel in het oude boeren- en weversdorp vast in verschillende stijlen. Van symbolisme tot abstractie.
Opvallend tussen al dat moois is een eenvoudig schilderijtje ‘Gezicht op de Coeswaerde’ van de Zweedse kunstenares Agatha Zethraeus ( 1872-1966), een ‘broodschilderes van gegoede huize’, die na haar dood al gauw in de vergetelheid raakte en de annalen van de kunsthistorie wel nooit zou halen.
Tot vijf jaar geleden, toen er een tentoonstelling over haar werk kwam in het Mondriaanhuis van Amersfoort en ze door het kunstprogramma van AVRO/TROS werd omschreven als ‘het vergeten vriendinnetje van Piet Mondriaan (1872-1944), de wereldberoemde grondlegger van de (geometrisch) abstracte kunst die in Laren zijn eerste abstracte doeken schilderde en zijn eerste beschouwingen schreef over de Nieuwe Beelding.
Van Mondriaan is algemeen bekend dat hij een ‘first class womanizer’ was. De ‘excentrieke kaarsrecht tango dansende madonna’ op de vloer van hotel Hamdorff had vele aanbidsters, muzikale vriendinnen, danseressen en dames met wie hij nachtelijke wandelingen maakte. Onder hen ook Agatha Zethraeus, een van zijn leerlingen, vermeldt haar eenvoudige oeuvre catalogus.
Rond 1907 vroeg Mondriaan haar voor hem te poseren. Op de houtskooltekening die hij van haar maakte, baseerde hij een jaar later zijn schilderij ‘Portret van een meisje in rood’. Meer dan veertig jaar waren Piet en Agatha met elkaar bevriend. De twee zagen elkaar, werkten in Laren samen, correspondeerden, ook toen Mondriaan in Parijs verbleef. Mogelijk is er zelfs enige tijd sprake geweest van een liefdesrelatie, hoewel dat in de grote biografieën over Mondriaan nergens staat vermeld.
Toch lag er toen Mondriaan in New York aan een verwaarloosde longontsteking overleed tussen de onbeantwoorde correspondentie een brief van Agatha op zijn bureau. Ondertekend met ‘je oude vriendin’. Agatha Zethraeus te zien in Singer. Bol an mensen, geniet van de expositie.
Leo Janssen
Met dank aan:
Agatha Zethraeus ‘Vriendin,leerling en model van Piet Mondriaan’ door Katjuscha Otte, Ingelies Vermeulen en Jan van den Braak ISBN 978-90-484-3538-8 Uitgave Mondriaan Huis /Free Musketeers