15 okt.-
Toen de stamtafel van ’t Bonte Paard mid jaren zestig nog een broedplaats was en kunstenaars als Paul de Lussanet, Fritzi ten Harmsen van der Beek, Corstiaan de Vries ,Ida van Mourik, Remco Campert en Ramses Shaffy Larens oudste kroeg regelmatig visiteerden, zag ik daar vaak in de hoek bij het raam de kunstenaar Bob ten Hoope.
In zijn schetsboekje tekende hij stamgasten en willekeurige bezoekers. Had hij het boekje niet bij zich dan gebruikte hij desnoods een stuk krant of menukaart, desnoods een bierviltje.
Een bezeten en gepassioneerd waarnemer. Honderden café-scenes heeft hij er getekend. Een uniek kunstenaar met een volstrekt eigen signatuur. Het potlood had in zijn vaardige en gedreven handen geen tijd meer voor het overbodige en het omslachtige, hij zette het kroegleven van ome Ko Marjot’s café -met nog zand op de vloer- kleurrijk en trefzeker neer in een paar lijnen.
Fascinerend.
Raakte je met hem in gesprek dan vertelde hij enthousiast over zijn kunstenaars bestaan: ‘s winters in het Gooi en ’s zomers in het Franse Pont-en-Royans. Ik herinner me nog goed hoe ik op bezoek in zijn atelier – ik was nog nooit in een schildersatelier geweest- op de Velthuijsenlaan onder de indruk was van zijn expressieve kleurrijke werk en hoe hij als kunstenaar vrij en onafhankelijk in het leven stond.
Zo’n leven in Frankrijk leek me wel wat. Ik was nog geen 20, verliefd op de tekenares Annemarie Bitter en mijn wereld brak open.
Bob, een van de laatste Gooise bohemienschilders, verloor ik nooit uit het oog, bezocht zijn exposities regelmatig in het dorp of bij zijn vriend -en verzamelaar van zijn werk- Hans Kleinhoven in de Sint Janstraat en sprak hem zo nu en dan in ’t Paard.
12 januari 2010 mocht ik als wethouder van cultuur in Singer Laren hem de Jan Hamdorff prijs overhandigen waarna burgemeester Elbert Roest hem onderscheidde met het ridderschap in de Orde van Oranje Nassau. Het juryrapport sprak van ‘een schildersicoon’ van ons dorp.
‘Zijn oeuvre vertoont een scala aan onderwerpen en verschillende stijlen. Levendige caféscènes, naakten (zijn favoriete thema),
portretten, Franse landschappen, stadsgezichten en stillevens. Wat de ‘alles schilder’ raakt, zet hij op papier of doek, in een dynamische spontane ‘vrije’ stijl waarop de aquarellist,etser/tekenaar zijn beleving van de werkelijkheid in zijn werk tot uitdrukking brengt, een fascinerend realistisch oeuvre dat door zijn kleurrijke palet afspat van de levendige tableaus.’
Ten Hoope heeft het talent van de Groten, schreef de Franse krant ‘Dauphiné Libéré’.
Bob leefde de laatste jaren van zijn leven in Bussum en had een atelier op de Schapendrift in Blaricum. Bob, vertelden mensen mij die naast hem stonden, was niet gemakkelijk en had het regelmatig aan de stok met deze of gene.
Twee stichtingen ontfermden zich over hem en zijn te erven werk, maar ook die raakten met elkaar in de clinch.
De afgelopen week kwam Bob ten Hoope (1920-2014) weer op mijn netvlies. Ik ontving een mail van de Dooyewaard stichting uit Blaricum.
In 2025 bestaat de stichting die met het werkkapitaal – destijds verworfen uit de erfenis van de gebroeders Dooyewaard om werk- en leefruimte voor kunstenaars te verwerven-, 30 jaar en heeft zij inmiddels de beschikking pover vijf ateliers waaronder die van Piet Mondriaan en Ferdinand Hart Nibbrig.
Om dat jubileum feestelijk te vieren hebben ze onlangs hun jongste atelier, dat van Bob ten Hoope gemoderniseerd. Een ruimte van ongeveer 25 m2 waar 8 lokale/regionale kunstenaars vanaf 1 januari van het komend jaar zonder kosten, ieder 3 maanden, opvolgend gebruik van mogen maken.Als enige voorwaarde vraagt de stichting hen mee te doen aan een project hoe de lokale omgeving invloed heeft op hun werk.
Aanvragen kunnen gestuurd worden naar het bestuur: planB@dooyewaardstichting.nl. Meer informatie is te vinden op www.dooyewaardstichting.nl onder Plan B.
Good old Bob is alweer 10 jaar geleden overleden. Zijn begrafenis in Bussum in een bouwvallige volgepakte aula destijds, staat me nog goed bij.
Wachtend op het juiste tijdstip van de afscheidsplechtigheid ,werd er stemmige muziek gedraaid, maar het aanvangstijdstip was al verstreken en de droevige duurde en duurde maar. Af en toe liep er een mij onbekende man op de eerste rij naar voren achter het gordijn en kwam weer terug naar het spreekgestoelte. Dat ging zo een paar keer totdat hij de microfoon pakte en tot de aanwezigen sprak: ‘Bob is er nog niet’.
Bol an mensen, geniet van het weekend en mogelijk van mijn nieuwe boek Bol an! Deel 3 dat vanaf vandaag in de boekwinkel ligt.
Leo Janssen