2 dec.- Van de week zag ik een prachtige foto in het jubileumalbum uit 1920 van hotelier, wethouder, ‘projectontwikkelaar’ en kunsthandelaar Jan Hamdorff ter gelegenheid van zijn 60 ste verjaardag. Het unieke album vol handtekeningen en portretten van beroemde schilders en notabelen uit die tijd, kreeg ik thuis te zien bij de 80-jarige Carel van Pampus, achterkleinkind van de ‘visionair’ van Laren, die begin oktober op de sokkel van het bronzen beeld van zijn overgrootvader op de Brink een toelichtende plaquette onthulde.
Ik was daar, omdat ik ontdekt had dat destijds zijn vader, wethouder Van Pampus, er in ons dorp getuige van was geweest dat ir. Vincent W. van Gogh midden jaren vijftig niets liever wilde dat de verzameling schilderijen van zijn oom Vincent een bestemming zouden krijgen in een museum in Laren en dat die ambitie tegengehouden werd tot grote woede van de ingenieur die op het Rozenlaantje woonde.
Maar daarover binnenkort meer en vooral hoe ik daar achter gekomen ben. In het feestalbum/receptieboek van Jan Hamdorff zag ik een foto van een diner door Larense schilders aangeboden aan Albert Neuhuys, de eerste ontdekker/kunstenaar van Laren die in 1877 met de postkoets naar ons dorp reisde daartoe aangespoord door de Haagse school schilder Jozef Israëls.
Op de foto van het banket in hotel Hamdorff – ter gelegenheid van zijn terugkomst uit Amerika én zijn 60ste verjaardag- poseren vermaarde schilders als Hart Nibbrig, De Court Onderwater, Jacob Dooijewaard, Evert Pieters, Wally Moes, Arina Hugenholtz, Antoon Derkinderen, David Schulman en Lopes de Leao Laguna.
Achterin aan de rechterkant van de tafel, tweede van links, de jarige, herkenbaar aan zijn grote snor. Neuhuys (1844-1914 ), binnenhuisschilder was een beroemdheid. Niet dat hij hier en daar een keuken opknapte of deurpost van een nieuw verfje voorzag, maar hij was de meester in het schilderen van romantische impressionistische interieurs: wonderschone tableau’s die deernis uitstralen over de zorg en armoede van Larense boeren, vrouwen en kinderen.
Neuhuys schilderde nooit week, zoetig of melodramatisch, maar ook nooit hard of bruut realistisch, beschouwt Jan P Koenraads zijn werk in de klassieker ‘Laren en zijn schilders, kunstenaars rond Hamdorff’.
Bijzonder verhaal rond deze foto was, dat er in Laren een discussie plaatsvond of de vermaarde meesterschilder niet in aanmerking moest komen voor het ereburgerschap van de gemeente. Helaas kon het college in de wet hiervoor geen wettelijke basis vinden en was B&W benauwd voor de gemeenteraad dat het bij hogere colleges een bezwaar zou opleveren.
De goede intentie was er dus wel, maar onbegrijpelijk dat een kunstenaar wiens naam internationaal al bijna dertig jaar de trots van Laren was geweest, toch niet belangrijk genoeg was voor deze eretitel.
‘Het Larens binnenhuis was voornamelijk door hem tot een beroemd kunst-export artikel geworden voor Amerika.
Menig Yankee werd zo verliefd op ons dorp dat men niet tevreden was vóór men Laren in werkelijkheid had gezien’, besluit Koenraads.
De eervolle onderscheiding ging zijn neus voorbij wat wel spijtig voor hem moet zijn geweest. Desondanks gaven Neuhuys en zijn vrouw een schitterend feest getuige bovenstaande foto.
Gelukkig werd hij later benoemd tot Ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw. Bol an mensen, er is eergisteren net een nieuw ‘Comité voor onderscheiding en waardering’ in ons dorp opgericht.
Leo Janssen
Bron:’ Laren en zijn schilders’, Jan P. Koenraads