3 jan.- In de museumzalen van Singer Laren waait vanaf woensdag 17 januari een frisse wind. Met de bijzondere reizende tentoonstelling Frisse wind wordt een topselectie getoond van het Duitse, Deense en Nederlandse impressionisme.
Na het ontstaan van het impressionisme in Frankrijk verspreidde deze nieuwe stijl zich razendsnel over heel Europa. Singer Laren richt het vizier op Nederland, Duitsland en Denemarken, waar het impressionisme een eigen gezicht kreeg. Nooit eerder werd het impressionisme uit deze drie buurlanden op deze manier naast elkaar gepresenteerd.
Natuur en zee
Als een frisse wind arriveerde het impressionisme in de jaren 1860 in Frankrijk. Dit leidde tot een fundamentele stijlverandering in Noord-Europa en daarbuiten en steeds meer vooruitstrevende kunstenaars wilden zich bevrijden van het knellende keurslijf van de Academie. De impressionisten richtten zich op een snelle schetsmatige weergave van het licht op een bepaald moment van de dag. Dat deden ze met onderwerpen uit het dagelijks leven, van een intieme huiselijke omgeving tot de moderne stad, maar ook de natuur en vooral de zee.
In Nederland zetten vanaf omstreeks 1870 de buitenschilders van de Haagse School de toon. Een van de voormannen was Jozef Israëls. Israëls kwam regelmatig in Parijs, waar hij deelnam aan de Salon en waar hij kennismaakte met het werk van de Franse schilders van de School van Barbizon. Kort nadat in Parijs de impressionisten hun geuzennaam omarmden, werd het woord ‘impressionistisch’ in Nederland gebruikt om kunstwerken, meestal naturalistische landschappen, te beschrijven die een indruk of een stemming beoogden weer te geven.
Zes thema’s
Aan de hand van zes thema’s komen de belangrijkste onderwerpen van het impressionisme aan bod en dat zijn licht, op het land, aan zee, in de stad, de tuin en de winter. Ook laat het zien hoe het Franse impressionisme zich verspreid heeft over Noord-Europa met werken van onder meer Max Liebermann, Fritz Mackensen, Lovis Corinth en Max Slevogt uit Duitsland, Anna en Michael Ancher, Peder Severin Krøyer en Viggo Johansen uit Denemarken en de Nederlanders Johan Barthold Jongkind, Jo Koster, Anton Mauve, George Hendrik Breitner, Isaac Israëls en Jan Toorop.
Deze tentoonstelling is een samenwerking met het Museum Kunst der Westküste (Alkersum/Föhr) en het Niedersächsisches Landesmuseum Hannover en te zien tot en met 5 mei aan de Oude Drift 1 in Laren. Meer informatie staat op www.singerlaren.nl.