16 febr.-De zaak van de dode baby in Laren wordt volgende maand inhoudelijk behandeld. Tijdens de tweede tussentijdse zitting woensdagmiddag in Lelystad deden de advocaten van de verdachte een verzoek om een ‘second opinion’ van twee forensische deskundigen te krijgen. Hier ging de rechter niet mee akkoord, waardoor de inhoudelijke behandeling in maart van start gaat.
De verdachte – Amsterdammer Robbie S. – werd januari vorig jaar opgepakt nadat het baby’tje van zijn toenmalige vriendin twee weken eerder dood in haar bedje in Laren werd aangetroffen. Hulpdiensten probeerden het kind nog te reanimeren, maar dat mocht niet baten. Het meisje was drie maanden oud.
Volgens de officier van justitie heeft S. de baby door elkaar geschud, geslagen en laten vallen met zware verwondingen en uiteindelijk overlijden tot gevolg.
S. verklaarde tijdens een eerdere tussentijdse zitting onschuldig te zijn. Volgens hem is hij in de nacht op de bank in slaap gevallen met een het kind. Toen hij door gehuil wakker werd, bleek dat het kind van de bank was gevallen. Nadat hij haar wilde oppakken, stootte ze volgens hem met haar hoofd tegen iets aan. Toen de baby tot rust was gebracht, heeft hij haar naar eigen zeggen in haar bedje gelegd, maar de volgende ochtend reageerde het meisje niet meer.
Tijdens de tweede tussentijdse zitting woensdagmiddag laat de verdachte weten dat het ‘naar omstandigheden goed met hem gaat.’ “Ik probeer mij staande te houden”, maar meer zegt de verdachte niet.
‘Second opinion’
Hoewel het onderzoek van de politie inmiddels is afgerond, doen de twee advocaten van de verdachte woensdagmiddag een extra verzoek. Ze willen een ’tegenonderzoek’ van een forensische patholoog en forensisch arts. De advocaten hebben namelijk vragen bij de bevindingen van de forensisch arts. Zo stellen ze dat datering van letsel bij baby’s extra moeilijk is en zetten ze vraagtekens bij de gebruikte onderzoeksmethodes. “We realiseren dat dit tot vertraging van het onderzoek kan leiden.”
De rechtbank gaat hier echter niet in mee. Na een kort overleg laat de rechter weten dat de verdediging al in een vroeg stadium bij het onderzoek is betrokken en dat de vraagtekens die worden gezet onvoldoende zijn.
Door deze uitspraak loopt het strafproces vooralsnog geen vertraging op en vindt de eerste inhoudelijke behandeling plaats op woensdag 13 maart. Bron: NH Gooi