14 apr.- Het totaal aantal nieuwe woningen in de Gooi en Vechtstreek zat vorig jaar op een dieptepunt. Er kwamen bij elkaar slechts 392 huizen en appartementen bij in de zes gemeenten. Vooral in Laren en Blaricum is er nagenoeg niets gebouwd.
Dat blijkt uit de regionale woonmonitor van de Regio Gooi en Vechtstreek, die een jaarlijks beeld schetst van de woningproductie in Blaricum, Gooise Meren, Huizen, Hilversum, Laren en Wijdemeren. Niet eerder blijkt daar afgelopen jaren zo weinig opgeleverd qua nieuwbouw als in 2023.
Vanaf 2016 kwamen er jaarlijks meestal minimaal zo’n 700 woningen bij, in 2022 zelfs 876. Om in 2030 uit te komen op het streefgetal van 6900 woningen voor de regio erbij, moeten er jaarlijks – gecorrigeerd op het afhaken van Weesp – minimaal 767 gebouwd worden. Maar in plaats van op te schroeven, blijkt het alleen maar bergafwaarts te gaan. Er zijn 484 woningen minder dan in 2022 gebouwd. Kortom, de woningbouwproductie ligt voor het eerst sinds afgelopen jaren bepaald niet op koers, concludeert de Regio zelf.
Ongekend laag
Slecht resultaat voor de betrokken wethouders – en schrijnend voor de doelgroep van mensen met een kleine portemonnee – is dat het percentage sociale huurwoningen (tot 808 euro) ongekend laag blijkt. Bijna nergens zijn die gebouwd, op de veertig in Gooise Meren na (De Ankerplaats in Muiden). Daarmee komt het percentage uit op 13 procent, terwijl minimaal 33 procent van alle woningen de doelstelling is. In 2022 werden nog 177 sociale huurwoningen opgeleverd.
Ook wat het middensegment blijft de productie sterk achter bij wat nodig is. Dan gaat het om koopwoningen tot de NHG-grens van 405.000 euro. Daarvan zijn er zestien gebouwd, waarvan vijftien in Hilversum en eentje in Huizen. Qua middenhuur (tot 1123 euro) zijn er 62 huizen gebouwd, allemaal in Hilversum. Terwijl dat er per jaar tot 167 zouden moeten zijn, om uit te komen op de gewenste 1500 erbij in 2030.
Niet zo afgesproken
Kortom, de regiogemeenten blijven wat woningproductie betreft sterk achter bij wat ze samen hebben afgesproken. Van alle woningen zou 65 procent in de categorie betaalbaar (sociaal en middensegment) moeten vallen, maar dat blijkt maar 33 procent. Alleen als het gaat om ’toegankelijk bouwen’ is er een klein succesje te melden. Van alle nieuwe woningen moet namelijk minimaal de helft ’nul-treden’ hebben (dus een appartement zijn). Daarvan werden er 206 gebouwd. Dat is gelukt maar meteen ook betrekkelijk, gezien het totaal van 392 woningen.
Die aantallen zijn ongelijk verdeeld over de zes gemeenten. Hilversum (157) en Gooise Meren (135) presteren nog redelijk, maar Huizen (27) flink onder de maat. Wijdemeren komt uit op 63, terwijl in Laren (7) en Blaricum (3) amper iets is gebouwd.
Een eenduidige oorzaak noemen, daar waagt de Regio Gooi en Vecht zich niet aan. Er wordt gerept over ’een toevallige dip in de productie’, zo staat te lezen in de stukken waar de wethouders van de betrokken gemeenten volgende week donderdag over praten. Geen woord over de stikstofcrisis, de gestegen bouwkosten, de toegenomen regelgeving en de vaak conservatieve bouwsector.
Eemland positiever
In Eemland zijn de cijfers minder ongunstig. Eerder dit jaar bleek uit cijfers van het CBS dat bijvoorbeeld Eemnes 179 woningen erbij kreeg, Soest 148, Baarn 92 en Bunschoten 118. Amersfoort kreeg er 687 nieuwe woningen bij. In Stichtse Vecht werden 91 woningen gebouwd. De gemeente De Bilt stak met acht woningen schril bij dit alles af.
Bron: Frans Ruijter