26 mei.- Vorige week vertelde ik u over de geniale gynaecoloog en vrouwenarts prof. Hector Treub (1856-1920), een groots wetenschapper die met zwier en vol humor in het leven stond en het openbaar debat niet schuwde. Hij woonde op het Rozenlaantje, was gezien bij de kunstenaars en een vriend van Jan Hamdorff. Zo werd hij ook uitgenodigd zitting te nemen in het Larense organisatiecomité van de Onafhankelijkheidsfeesten in 1913 ter viering van 100 jaar koninkrijk.
Een onafhankelijkheidsfeest, hadden de kunstenaars samen met Jan Hamdorff bedacht, dat zich moest onderscheiden van de andere feesten in het land. Door een zomertentoonstelling met gerenommeerde Gooise kunstenaars én de eerste openluchtdancing in ons land waar gedanst, gedronken en uitbundig gefeest kon worden.
Jan zag de attractie waardoor Laren in het middelpunt van de belangstelling moest komen te staan, helemaal zitten, kocht de oude appelboomgaard achter zijn hotel voor het maken van een feestterrein en liet de ontwerpschetsen – tot de stoelen aan toe- maken door de kunstenaars Lammert van der Tonge en Hendrik Jan Wolter.
Binnen zes weken was de enorme klus met medewerking van vele kunstenaars geklaard. De opening van de zomertuin en de tentoonstelling werd een grandioos succes! Jan en zijn schilders hadden voor een stunt gezorgd van de eerste orde. Voor een bijzonder feest moest je in Laren zijn!
Heel verrassend kwam er 22 juli 1913 een ingezonden brief in De Telegraaf, geschreven door Jan’s vriend Hector Treub. De hoogleraar verloskunde, opleider van de eerste vrouwelijke chirurgen in ons land , drukte zijn afgrijzen uit over de dames die hij had zien dansen in Hamdorff.
Onder de veelzeggende kop ‘De zeedijk in het Gooi’ schreef de vooraanstaande vrouwenarts die toch de naam had zeker niet preuts te zijn, dat hij op zijn buitenlandse trips weliswaar het nodige had gezien op dit gebied zoals Berbervrouwen die ‘enigszins lascief’ (wulps) de ‘danse du ventre’(buikdans) dansten en op Montmartre, op Pigalle, in de kleine uurtjes het gemaskerde cabaret Rat mort en het goddeloze L’ Abbaye de Théleme had bezocht.*
(Daar werden wij , twee mijner vrienden en ik, bij gelegenheid van een internationaal congres, door een Franschsprekende koetsier rondgeleid langs de avond-bezienswaardigheden van de hoofdstad. Zoo hielden wij ook halt voor een danshuis. Toen wij de deur in zouden gaan, kwamen er juist een van mijn Parijsche kollega’s met zijn vrouw en een andere dame uit. Een der dames begroette mij met:”Comment, monsieur Treub, vous courez les mauvais lieux?” (Wat mijnheer Treub, loopt u zulke slechte plaatsen af?”) waarop ik natuurlijk antwoordde: “Mon Dieu, madame, pas si mauvais que ca puisque vous y etes.” (Mijn God,mevrouw, zoo slecht zal het niet zijn, als u er komt.) De dames gingen weg en wij gingen naar binnen. )
Maar in Madrid zag ik een dans in een gelegenheid die volkomen ‘den naam van ‘mauvais’lieu’ rechtvaardigde’. ( Een ‘fout oord’ zou je nu zeggen) ‘Het mannetje en het wijfje waren zóó tegen elkaar aangedrukt, dat van de kin tot de knieën de lichamen in innige aanraking waren. Om dat mogelijk te maken moeten natuurlijk de dijen ietwat van elkaar gehouden worden, zoodat de knieën van beide dansers om den ander komen.’
(Voor zover er van danspassen sprake was, bestonden die uit eenige snelle schuifpassen, waarbij het mannetje het wijfje achteruit duwde.Af en toe werden deze onderbroken door een achteroverbuiging van het lichaam van het mannetje, waarbij het wijfje altijd tegen dat lichaam aangedrukt gehouden werd.)
De indruk, die die dans gaf was: ‘niet elegant maar meer dan bar gemeen’, maar, zo besloot de professor, ‘mijn artikel overlezende zie ik, dat ik mij vergist heb. De laatstbedoelde dans heb ik niet in de ‘mauvais lieu’ te Madrid gezien, maar gisterenavond in Laren!
De danserij, ik hoorde dat men die de ‘one-step’ noemt, deed mij aan de Zeedijk denken. Maar ik vermoed dat als daar zóó gedanst werd als in Laren, het wijfje tegen het mannetje zou zeggen: wacht even tot we boven zijn.’
De reacties in het land op Treub’s tirade in de Telegraaf waren niet van de lucht. Het was komkommertijd, heel het land bemoeide zich ermee: van het Algemeen Handelsblad tot ‘De Getuige’ het orgaan ter verspreiding van de beginselen der Nederlandse Vereeniging tegen de prostitutie.
De schrijver van het artikel werd onder zijn neus gewreven dat hij niet zo moest opspelen tegen ‘de nauwe toenadering tusschen de geslachten’, want als die niet bestond dan was Hector Treub geen beroemd professor geworden.
Laren stond in het middelpunt van de belangstelling.
De Amsterdammer bracht een spottend feuilleton ‘De deugd in het Gooi’ geschreven door Labaski en getekend door Henri van der Velde. ‘De Kunst’, een algemeen geïllustreerd en artistiek weekblad bracht het cabaretlied
‘Och Hectortje Treub,och professortje lief,
Die dat malle stuk hebt vervaardigd,
Vind je werkelijk dan dien dans zóó lascief,
Ben je werkelijk zóó verontwaardigd?
Laat de menschen toch dansen, desnoods voor je deur,
Met de buikdans, en ander geflodder,
En blijf jij alleen een geschikt accoucheur, (verloskundige)
Nu slaj’een figuur toch als modder
Gerard Koekkoek, de dorps chroniqueur in de jaren 50′-60’- 70’, beschreef in zijn boek ‘Laren door de straten heen’ het incident ‘ De zeedijk van het Gooi’ tussen Treub en Hamdorff als volgt:
‘Een paar dagen later, was het erg druk in het ‘kroegje’. Nagenoeg alle schilders waren aanwezig, maar spraken geen woord. Achterdochtig vroeg Jan Hamdorff wat er aan de hand was. ‘We zitten hier op een ‘rondje’ te wachten, vanwege je succes! Hier, lees de krant maar.’ Jan had niets gelezen, maar toen hij het artikel van zijn vriend Hector Treub had ingezien, die zijn zomertuin ‘De Zeedijk van het Gooi’ noemde, werd de kroeg te klein. Jan was razend en bezwoer dat de tuin onmiddellijk gesloten zou worden. En die vermaledijde Treub, die zou hij, hij zou…
Op dat moment kwam Dr. Treub heel vrolijk binnenstappen, liet Jan uitrazen en zei: ‘Met dit artikel heb ik jou een vriendendienst bewezen, Jan! Kijk vanavond maar eens in je dancing, er blijft geen stoel meer onbezet.’ Inderdaad, liep het storm. Iedereen wilde, aangetrokken door de pikante beschrijving, de gewaagde dans ‘The One Step’ zien uitvoeren en vanaf die tijd,dateert de grote bekendheid die Hamdorff verwierf.
Hector Treub had een groot een aandeel in dat succes, omdat hij Hamdorff nog eens extra duidelijk maakte dat het zo niet langer ging. En Jan ’trok er op zijn boersch ronde manier avond op avond op uit, om zijn danstuin weer ‘netjes’ te maken. Resoluut zette hij ‘de dames van de halve wereld’ op straat. De dansvloer van Hotel Hamdorff werd toen heel chic.
Bol an mensen, wat een tijd!
Leo Janssen