15 jan.- Een van de mooiste winterschilderingen die ik ken, is ‘Sneeuwlandschap bij ondergaande zon’ (ca. 1885-1887) van Anton Mauve, de Haagse Schoolschilder die de laatste vier jaar van zijn leven in ons dorp woonde.
Bijzonder aan dit naturalistische schilderij- in bezit van Singer Laren-, is hoe Mauve (1838-1888) op een losse, impressionistische manier het oranjeroze van de ondergaande zon subtiel laat reflecteren in het karrenspoor. Schitterende kleuren die mijn vrouw Annemarie en ik aan het eind van de dag vanuit de tuin vaak duiden als een ‘Mauvelucht’.
‘Dit doek bewijst dat Mauve een meester is in het schilderen van licht en sfeer’, aldus de loftuiting van museumdirecteur Jan Rudolph de Lorm op facebook. Hij zet in het bericht de meester-schilder neer met de vermaardheid waar Mauve, domineeszoon uit Haarlem, recht op heeft. Niet voor niets wordt Laren ‘Het land van Mauve’ genoemd.
Toevallig trof ik op internet een mij onbekende digitale kunstcursus aan met een ‘schurend’ artikel over ‘de grote schapenschilder’. Prikkelende koppen als ‘Schilderen op bestelling’ en ‘Mauve duurder dan Rembrandt’. Auteur is Willem Baars bekend van destijds ‘De Wereld Draait Door ‘en schrijver van ‘Wie bepaalt de waarde van kunst’. Baars heeft het er in zijn cursusartikel over hoe Mauve ‘als beginnend kunstenaar klaagt over zijn armzalig bestaan in Oosterbeek en later – in 1870- er in artistieke en commerciële zin op vooruitgaat door naar Den Haag te verhuizen.
De toonaangevende Franse kunsthandel Goupil zorgt voor broodnodige financiële verlichting. Eind negentiende eeuw, stelt de kunsthistoricus, is er sprake van ‘een opkomende internationalisering van de kunsthandel. Net zoals bij jonge kunstenaars nu – in no time beroemd, veel geld verdienend, maar inhoud en kwaliteit, ho maar, wordt er lustig op los gespeculeerd. Haagse Schoolschilders profiteren van de snelgroeiende vraag naar naturalistische schilderkunst in Engeland en Amerika. Goupil verkoopt 617 werken voor 153.644 gulden, omgerekend naar nu drie miljoen euro.’ Hoogtepunt voor een Mauve is een veiling in New York (1906) waar ‘De terugkeer van de kudde’ (1886) voor 42.250 dollar wordt afgehamerd. Tegenwoordig zo’n 700.000 euro.
Op diezelfde veiling doet zich het merkwaardige fenomeen voor dat deze Mauve meer opbrengt dan Rembrandt!!! Portret van Petronella Buys (1635) doet ‘slechts’ 20.600 dollar. De roem en vooral de druk van de kunsthandelaren, om op bestelling liefst dezelfde onderwerpen in grote hoeveelheden te schilderen, doen het werk van Mauve, ‘schilder op bestelling’, uiteindelijk artistiek de das om, concludeert de auteur.
‘Na 1910 is het gedaan met het naturalisme. Onder invloed van het Europese modernisme kelderen de prijzen voor de doeken van de grote schapenschilder. Tableaus van tienduizend dollar zijn nog een tiende waard’. Willem Baars trekt dan ook de conclusie ‘dat deze correctie achteraf gezien terecht is’. Mauves reputatie was niet in overeenstemming met zijn schilderkundige kwaliteiten. Ergo voor een paar duizend euro koop je tegenwoordig op een veiling een schilderij of aquarel van Mauve. Terug gerekend naar toen niet meer dan enkele tientallen guldens’ schrijft hij minachtend.
Een voor mij té boude en grove conclusie van een uitdagend artikel. Die waardedaling zegt niets over Mauve’s schitterende werk, maar alles over de pure windhandel die kunstmarkt heet. Bol an mensen, geniet van het plaatje! Foto: Singer Laren
Leo Janssen