16 okt.- Een maand geleden plande ik een wereldreis van twee en half uur richting randje Nederland. Naar museum Møhlmann in het historische stadje Appingedam. Helaas was ‘code rood’ mij voor om de slotdag van de expositie ‘In het spoor van Jan Mankes’ nog mee te maken.
Het is dit jaar 100 jaar geleden dat ‘Hollands meest verstilde schilder’, op 30-jarige leeftijd overleed aan de gevolgen van tbc. Een fijnzinnig man– ‘de onderwerpen zitten in de kunstenaar en nooit daarbuiten. Kunst is uiting geven aan geestelijk leven’-, getrouwd met Anne Zernike, de eerste vrouwelijke theologe en predikant van Nederland. Kunstliefhebbers typeren zijn oeuvre van ongeveer 150 schilderijen 100 tekeningen en zo’n 50 prenten als dromerig, symbolisch, expressief realistisch, en teer.
Het verhaal gaat dat hij als jongen iedere zondag van zijn ouderlijk huis in Delft naar Den Haag liep om in het Mauritshuis de beroemde schilders Holbein, Vermeer en Vlaamse primitieven te bekijken. Zijn bezielde schilderijen zijn beroemd en door ieder museum en kunstverzamelaar gewild en brengen bij gerenommeerde veilinghuizen de hoogste prijzen op.
Terwijl ik op het internet de video bekijk van de door mij gemiste expositie, zie ik gelukkig het werkje dat de reden was van mijn geplande bezoek. Een aquarel van zijn 15 maanden oude zoontje Beint. Ik had namelijk eerder die dag van wethouder Ton Stam een fraai gebonden boek gekregen – lachend: ’Je mag het lenen’- over deze in 1990 overleden reclameman en kunstschilder die in tegenstelling tot zijn vader totaal in de vergetelheid is geraakt en wiens werk nog amper honderd euro opbrengt.
Het enige wat ik van Beint Mankes wist, is dat hij woonde hoek Engweg 18 met die prachtige gevelsteen ‘De molen 1926’. En dat de vormgever van mijn boeken Berry Slok lovend over hem sprak als kunstschilder-docent. Ik wilde het boek ‘Beint Mankes, Leven en Werk’ voor mijzelf bestellen, maar noch Larense boekhandel, bol.com of www.boekwinkeltjes.nl, hadden het in 2012 door zijn zoon, vastgoedman Jan Willem Mankes, uitgegeven boek.
Bijna 500 pagina’s met memoires (1918-1958) en dagboeken (1977-1986). Beint vertelt daarin eerlijk en openhartig over zijn jeugd, hoe Tante Wil hem een schuldgevoel aanpraatte en hem trakteerde op ijskoude baden. Over zijn opleiding op de kunstacademies van Rotterdam en Den Haag, zijn werkzaamheden bij gerenommeerde reclamebureaus in Amsterdam waar hij samenwerkte met copywriters als Drs.P en Dimitri Frenkel Frank, maar dat hem geen voldoening gaf.
Over zijn verhuizing naar Londen en Brussel, zijn gezin en zijn ontwikkeling als kunstschilder. Het boek geeft een fraai tijdsbeeld vanaf 1958 over zijn leven in Laren; de exposities in Hamdorff, Singer, zijn betrokkenheid bij de kunstenaarsvereniging Laren-Blaricum, Amnesty International en zijn docentschap bij amateurs en Famous Artists School. Vooral interessant zijn zijn persoonlijke herinneringen en opvattingen over anderen.
Emotioneel geeft hij zijn mening over de wereld vanuit een religieus politieke overtuiging (CHU). En wie kan zeggen dat hij heeft leren fietsen van een Nobelprijswinnaar? Frits Zernike, een broer van zijn moeder. In het tweewekelijkse opinieblad Argus dat het boek ook bij toeval ontdekte, recenseert Paul Arnoldussen: ‘Misschien was Beint Mankes een middelmatig kunstenaar en middelmatig ontwerper, maar geen van allen viel het op dat hij geweldig schreef. Misschien is hem dat zelf ook wel ontgaan.’
Leo Janssen
( In Museum More in Gorssel zijn nog tot en met 25 oktober op de expositie ‘De werkelijkheid niet’ maar liefst 35 werken van Jan Mankes te zien, zowel uit eigen collectie als bruiklenen.)
BEKIJK HIER VIRTUELE TOUR DOOR JAN MANKES ( Museum More)
BEKIJK HIER DE DOCUMENTAIRE OVER DE VERWONDERING VAN JAN MANKES
Museum Møhlmann: IN HET SPOOR VAN JAN MANKES ( film)
Museum Møhlmann: JAN MANKES BUITEN BEELD (film)