18 sept.- Deze week kreeg ik het prachtige boek in handen ‘Rudolf Bonnet, beauty remains’ , een bijzonder standaardwerk over deze schijnbaar in ons dorp vergeten kunstenaar, die de laatste jaren van zijn leven net zoals M.C.Escher en Marten Toonder in het eerste Rosa Spier Huis woonde.
Met moeite kon ik in de oeuvrecatalogus van Singer Laren één vermelding over hem vinden. Niet zo verwonderlijk, want Bonnet (1895 -1978), zoon van een Amsterdamse bakker die vermogend werd door een lucratieve effectenhandel, werkte en woonde tijdens zijn leven voornamelijk in het buitenland. Eerst in 1920 na een reis met zijn ouders door Italië in Anticoli, een bergdorpje in de provincie Rome en vanaf 1928 aangespoord door de kunstenaar/wereldreiziger Wijnand Nieuwenkamp in Nederlands-Indië waar hij zich op Bali tussen de dorpelingen van Ubud vestigde en gefascineerd raakte door de Balinese danskunst.
Pas in 1963 verhuisde hij naar een atelier aan de Noolseweg in Blaricum en in 1968 naar het Rosa Spier Huis in Laren waar hij tien jaar later overleed.
Het Zeeuws Veilinghuis, wereldwijd een grote speler in oude schilderijen uit ons koloniale verleden, heeft de laatste tien jaar ruim 140 werken van hem geveild, waarvan er één werd afgehamerd op € 380.000!
Datzelfde veilinghuis heeft dus nu ‘Rudolf Bonnet, beauty remains’ uitgebracht, een heruitgave in het Engels van het standaardwerk ‘Zondagskind’ uit 1993 geschreven door Dr. H. de Roever-Bonnet om daarmee een veel internationaler publiek te kunnen bereiken. Daarnaast zijn er nieuwe topstukken uit museum- en privécollecties toegevoegd. Oud-president Soekarno was een groot bewonderaar van zijn werk. Het hangt dan ook in het presidentieel paleis in Bogor.
Kunsthistorici duiden zijn werk als geïnspireerd door Jan Toorop. Bonnet zelf was nogal onder de indruk van Willem van Konijnenburg, Italiaanse fresco’s en het kleurgebruik van Jan Sluyters.
Toen Bonnet in 1978 overleed viel hem de grote eer te beurt dat zijn as werd uitgestrooid tijdens de crematie van de een jaar later gestorven prins van Ubud Cokorde Gde Agung Sukawati.
Ik kan me nog goed herinneren dat ik op de Duitse tv er een indrukwekkende Amerikaanse documentaire over zag, gemaakt door CBS. Met name ging dat programma over Bonnets grote inzet voor het op de kaart zetten van de Balinese schilderkunst samen met de in Rusland geboren Duitse schilder, choreograaf, schrijver, fotograaf en mecenas Walter Spies. Samen met de prins richtte Bonnet ook het Museum Puri Lukisan op, het eerste Museum voor de Kunsten op Bali.
Annemarie en ik hebben het museum meermalen op Ubud bezocht in de hoop dat we het werk zouden vinden waarop Bonnet Annemarie eind jaren zestig in Laren heeft getekend. Na die expositie in het Rosa Spier Huis heb ik het werk nooit meer gezien. Ergo de foto die ik ervan genomen heb, raakte tijdens de verhuizing naar Laren op mysterieuze wijze zoek.
Ik kan me nog herinneren dat hij de pastel als titel ‘Lente’ had meegegeven. Wie het ooit heeft gezien en mij tipt waar het zich bevindt, zal ik eeuwig dankbaar zijn. Ons hele leven zoeken we er al naar. Alles struin ik af.
Als troost hebben we gelukkig nog het schitterende portret dat Rudolph Bonnet van de vandaag jarige Annemarie heeft getekend. We kregen het van hem voor ons huwelijk in 1972 als dank voor de twee poseersessies van haar. We koesteren het.
Bolan mensen, lees dat boek over een uitzonderlijk kunstenaar.
Leo Janssen