26 nov.- ‘Als ik hier loop in Laren is het gewoon een feest.’ De 78-jarige postbezorger Daan Kikkert die over een paar jaar met gemak zijn 60-jarig jubileum haalt, krijgt er geen genoeg van hoe hij door de ‘meissies’, de modeverkoopsters in het mondaine centrum van het dorp, wordt verwend. ‘Af en toe heb ik meer wijn in mijn tas zitten dan post.’
Daan is dol op Laren. ‘Niet alleen vanwege het groen. Die natuur heb je in Blaricum ook. Het zit hem vooral in de mensen.’ Of dat nou de dames van makelaar Voorma en Walch zijn op de Brink bij wie hij altijd ‘een bakkie’ doet of die man op de Velthuijsenlaan die op zaterdag in de tuin aan het werk is en naar hem toekomt. Er is altijd tijd voor een kletspraatje. Hij vertelt trots over Mies Bouwman die zo mooi woonde aan de Westerheide waar je als je in haar tuin stond helemaal tot in Bussum kon kijken, en bij wie hij altijd soep kreeg. Of Anton Dreesman: ‘Die kwam me gewoon halen. Was ik op de Drift bezig, deed ie het raam van zijn auto naar beneden:’ Stap in, Daan, hoef je niet zo lang naar de Rijksweg te fietsen. Hij had een ‘prachtig huis met een schitterend zwembad.’
Toch vindt Daan de laatste jaren het vak van postbesteller wel veranderd. Vroeger was het onderling veel kameraadschappelijker. Zeker in Laren. Tegenwoordig ben je niet meer dan een nummer bij Post.nl. Maar ook de aard van het werk is anders. Je moest een eed afleggen, want anders mocht je die vertrouwelijke aangetekende en gerechtelijke stukken niet wegbrengen. Je sorteerde iedere dag je eigen wijk. Dat is niet meer. Je had ook uitbetalingspost. Op de fiets – een Fongers of Gazelle- ging je met je wijkboekje bijvoorbeeld naar camping De Heidebloem, evenwijdig aan de Goyergracht bij de Witte Bergen. Naar dat kantoortje nam je je brieven mee, je verkocht er postzegels en betaalde de kwitanties uit van de AOW. Of je leverde bij juwelier Van der Schaal de pakketten met goudstaven af.
Sexpakketjes waren er toen ook al. Tegenwoordig kun je niet meer zien vanwege de privacy wetgeving wat voor ondeugends erin zit of wie de afzender is. Hij vertelt hoe hij ’s morgens aan de deur het pakketje bij een jonge dame afleverde: ‘Nou je dingetjes zijn er hoor’, riep ik. Ja? Ik ga er gelijk een passen’, antwoordde ze. ‘Zo midden op het grindpad trekt ze zo’n slipje aan. Ik zeg dat staat je prima meid.’ Zijn ogen lachen.
Hoe moet dat straks als tachtiger wanneer de zestig jaar erop zitten? ‘Nou ja dan zal ik toch meer thuis zijn. Mijn vrouw is op een leeftijd dat ze meer aandacht en zorg nodig heeft. En ik heb genoeg hobby’s. Ik hou heel erg van Countrymuziek. Line dancing en ik heb een mooie postzegelverzameling. Vluchtbrieven. Als ik ze vroeger bij de mensen afleverde , kreeg ik ze later weer terug van de mensen. Ze bewaarden ze voor me.
Weet je dat ik nog een mooi werkje van je vrouw heb?, onderbreekt hij zichzelf. ’Een heel leuk tafereeltje. Een terrasje van Parijs. Ik zat aan een bakkie op De Pijl bij je schoonmoeder Vera en toen kwam jouw Annemarie, ze was, denk ik een jaar of zestien, de trap af en liet haar moeder het schilderijtje zien. Ik zei: ‘Wat mooi.’ ‘Nou dan mag jij hem hebben.’ Daan Kikkert, de ere-postbode van Laren. Bol an mensen. Blijf gezond.
Leo Janssen