12 febr.- Het afgelopen weekend zag ik op de populaire facebook site van Thijmen van der Zwaan‘Je bent een echte Laarder als….’ een opvallende prent, gemaakt door Fred Langendorff, de sympathieke oud timmerfabrikant. Hij had in de verse sneeuw van het Hertenkamp ‘Het Laren van weleer’ gefotografeerd. Het gerestaureerde smeedijzeren kunstwerk van Cees Snoey (1922-2012) dat op 2 februari door burgemeester Nanning Mol samen met de 6-jarige Hugo van Acker werd onthuld in het bijzijn van Hans van Deuren, de oud tekenleraar die het tableau aan de zijgevel van Albert Heijn voor twee honderd euro had gered. Uit handen van slopers die in opdracht van de grootgrutter handelden!
Als in een zwart-wit gebrandschilderd raam kwamen de contouren van de 12 boeren- en andere Larense taferelen, zo fraai ontworpen door de Hilversumse kunstenaar Jacques de Wit (1898-1983), tegen het smetteloze witte decor van het golvende terrein extra tot leven. Schitterend hoe deze mise-en-scène Cees’ kunst werk zo documentair en tegelijkertijd zo tijdloos maakt.
Geïnspireerd door Fred’s foto dook ik gewapend met mijn iPhone de snerpende kou in voor een zondagmiddag ommetje door het dorp. Druk was het niet. Ook vanwege het corona-advies zo veel mogelijk thuis te blijven.
De volkstuintjes aan de Ruiterweg lagen in diepe winterslaap. Ik zag een prachtig laag tuinhekje waarop een schop, een spitvork en een derde tuingereedschap dat ik niet thuis kon brengen, dat in miniatuur was gesmeed. Cees Snoey met wie ik bij de omroep veel heb gewerkt – hij was de zéér populaire radio- en televisie klusjesman-, had zoiets met even veel liefde ook kunnen maken .
Ik liep bij de Mauvepomp waar in de verte een luid knetterende grijze bolide, wat driftend in de sneeuwblubber zijn komst aankondigde bij ’t Bonte Paard. Geen autospotter te zien.
Richting de Laarder Molen zag ik -zo tegen Valentijn- een romantisch tafereeltje. Als een professioneel model poseerde zij voor haar vriend met de besneeuwde achtkanter als decor. Dé cover voor het Larens Journaal?
Verderop herkende ik de zoon van een vriendin. Zijn slee volgeladen met kroost. Hard vooruit trekkend en dan met een onverwachte zwiep naar rechts… met dolle pret viel het jonge grut over elkaar heen.
De Zijtak met zijn antieke kraanbaan, de hoge heggen waarin de sneeuw zich als een sieraad had verstopt, mijn fotoapparaat was niet te verzadigen. De Engen: winter wonderland in het echt.
Op weg naar huis moest ik aan de sneeuwschilderijenvan de grote- en kleine meesters denken. Aan het laatste schilderij van Anton Mauve met een haast abstracte kudde in de sneeuw. Aan David Schulman van wie menig besneeuwde boerderij in een oranje gouden zonnetje een Larense huiskamer siert. Of Johan Meijer die veelvuldig een bevroren Gooiergracht met besneeuwde berken verbeeldde. Of William Singer jr.
Het Larens ommetje riep een aangename vorm van nostalgie bij me op, iets dat mij bindt met Laren. Maar vooral die 15 meter lange kunstige ‘raamvertelling’, zo fraai gerestaureerd door Cees Snoeij’s zonen Pim en Kees, dat met deze witte sneeuwval de ziel van ons dorp zo magnifiek bloot legt.
Wandel er maar eens langs, koning winter is nog lang niet klaar met Laren.
Bol an mensen, blijf gezond.
Leo Janssen