19 febr.- ‘Dag, mevrouw. Met Leo Janssen. Ik zag dat u een paar jaar geleden een expositie in het Brinkhuis hebt georganiseerd van HC Kranenburg (1917-1997). Ik zou graag meer over die schilder willen weten. Ik zie op facebook allemaal nageschilderde oude Larense ansichtkaarten van hem.’
‘Bent u ook een liefhebber?’, klinkt het aan de andere kant van de lijn. ‘Nou eerlijk gezegd niet, ik vind ze niet echt mooi, maar dat verbeelden van al die bekende ‘spots’ in ons dorp intrigeert mij wel. Geen plek heeft ie overgeslagen.’ Ik hoor door mijn iPhone een meewarig lachje.
Zijn werk bij veilingsite Catawiki brengt nauwelijks iets op Toch wordt hij vermeld in de Pieter Scheen. Andere bio’s over hem zijn allemaal overgeschreven uit dit vermaarde kunstnaslagwerk. Kent u zijn familie, zijn er catalogi van hem?’ ‘We hadden zijn werk bij ons thuis aan de muur’, antwoordt de vrouw een beetje overvallen, maar toch nieuwsgierig naar mijn interesse.
Het is al meer dan twee jaar geleden dat Liesbeth Kroonen, oud medewerkster van de maatschappelijke organisatie Versa Welzijn, de pasteuze, meer dan een dimensionale schilderijen van de in Amsterdam geboren kunstenaar aan de muur van het gemeenschapshuis heeft op gehangen.
In de De Valk Lexicon lees ik dat Kranenburg studeerde aan de Rijksacademie van Amsterdam, in 1943 in Laren ging wonen, onderscheiden werd voor zijn portretten, een toelage ontving uit het Davidsfonds, bewonderaar is van de schilder W.G.F.Jansen en in 1964 vanuit ons dorp naar Bergen op Zoom verhuisde. Vooral wordt hij opgemerkt als landschapsschilder met grootse wolkpartijen beïnvloed door de Haagse School.
Waarom vertrok hij uit het kunstenaarsdorp Laren? Ik vind op Internet een paar alleraardigst mooi getekende portretten. Met houtskool en in olieverf. De volgende dag komen via Liesbeth namen van familie. Ze willen geen contact met mij over hun vader.
Wat voor leven heeft hij geleefd? Het maakt me nog nieuwsgieriger. Ook duikt de naam op van de Larense timmerman Hans Kleinhoven. Hij bezit veel werk van hem. Ik ga naar hem toe. Zijn kamer hangt vol met de door Kranenburg geschilderde ansichtkaarten: Gemeentehuis, Mauvepomp, t’ Bonte Paard, Laarder Molen, Sint Janprocessie, Singer, het vergeten hotel paviljoen Larenberg, Sint Jansziekenhuis.
Hans vertelt dat hij als gezel werkte op Bijenstand 3. Later toen Hans wat geld had, is hij opnieuw naar het huis van Kranenburg gegaan en heeft hem een stel Larense opdrachten gegeven. Een typische broodschilder, vertelt ie. Ging langs de deuren om de amper gedroogde tableau’s voor 25 gulden aan de man te slijten.
‘Hij heeft hier met zijn vrouw weleens op de bank gezeten. Rustige mensen.’ Opeens schiet me de naam Toon Wildeboer te binnen. De kunstschilder, kunsthandelaar uit Hilversum die jarenlang een meer dan gezellige kunsthandel dreef aan het eind van de Nieuweweg en af en toe op kasteel Groeneveld taxatiedagen organiseerde. Een voltreffer.
Hij is zeer bevriend geweest met Kranenburg. Toon’s vader kocht zijn werk al. ‘Soms kwam Kranenburg met zijn Studebaker langs; midden in de nacht met in elke hand een schilderij. Een bohemien en een slechte vader.’
Volgende week meer mensen. Bol an, geniet van je mooie schilderijtjes aan de muur en blijf gezond!
Leo Janssen