30 apr.- De ‘Bol an’ van vorige week over het Larens blokwachtershuis 33, lag nog niet in de brievenbus of de telefoon rinkelde. ‘Met Janssen? Willem Bulters hier van Teunenmijns ‘, klonk het resoluut. ’Ik heb daar in de oorlog gewoond.’ ‘Dan bent u al op leeftijd’, antwoordde ik nieuwsgierig. ‘12 juni, 87!’, kondigde hij zijn verjaardag aan.’
In 1938, vier jaar oud, verhuisde hij als jongste uit een gezin van vijf, vanuit spoorhuis 10 , ‘De Vinkebrug’, – tussen Halfweg en Haarlem- naar ‘halte Zwarteweg’, Spoorlaan 4 in het laatste stukje bos van Laren. ‘Mijn oudere zusje had astma en boslucht was goed voor haar’. Hij herinnert zich de tafel met spoorwegattributen: lampen, vlaggen en mechanische trekdraden om de seinen te bedienen. Of de bloempotten die van de vensterbank vielen, als een trein net voorbij was geraasd. ‘Ik was altijd buiten in het bos. De handmatig bediende slagbomen bleven vaak dicht. Naar een kleuterschool ben ik nooit geweest. Moeder bracht me voor het eerst naar de lagere school in Hilversum. Voordat ze terugfietste, zat ik alweer achterop. Het was een voor mij totaal vervreemdende wereld. Later liep ik langs de spoorlijn naar school.
Het gebeurde wel eens dat als een rangeerlocomotief bij ons stopte, mijn vader Jan zei: ’Neem die jongen even mee en laat hem bij de Beatrixtunnel uitstappen.’ Van de oorlog weet ik dat we tijdens de spoorwegstaking ondergedoken hebben gezeten op De Dissel in Laren. In het bos zaten de Duitsers op Drakenburg en aan het eind van de oorlog in de gevorderde villa, het latere Stad Gods in de Lage Vuursche.
Ik speelde met een vriendinnetje toen we opeens met een Duitse soldaat mee moesten. In een kamertje moesten we wachten. Daarna kwam hij met twee borden eten en moesten onze schoenen uit voor de schoenmaker.
Even voorbij ons huis richting Baarn, stond een lege boerderij. Daarin zaten verzetsmensen die de rails onklaar maakten. Dan ging zo’n locomotief op zijn kant. Bij luchtalarm maakte vader grote cirkels met zijn handen zodat de machinist wist wat er aan de hand was. Was er een munitietransport dan had de locomotief een tweede als vooruitgeschoven post. Bij Drakenburg werd gekookt, ook voor ‘de Stad Gods’. Passeerden ze ons wachtershuis, moesten we pannen pakken en stopten ze er eten voor ons in.
Er kwam ook een Joods jongetje bij ons met een koffer om het te bewaren. Hij is toch weer weggegaan, en later opgepakt door de Duitsers. Later is er bij ons ingebroken en is alles gestolen.
Toen vader met pensioen ging, zijn we verhuisd naar de Weversweg in Laren. 40 jaar werkte Willem bij de post op het Schoutenbosje, eerst als besteller, later als administrateur. De ‘legendarische’ KVP’er Piet Hilhorst vroeg hem als penningmeester voor de Katholieke Arbeiders Bond. Hij deed het ruim 27 jaar.
Maandag 3 mei is hij met zijn 85-jarige Diel 60 jaar getrouwd. Willem sprak haar aan op de Heideveldweg. Hij had haar al een keer gezien bij ‘De Ster’, de modewinkel op de Melkweg. Ze hebben 1 dochter, 2 zoons en 2 kleinkinderen. 58 jaar wonen ze op Teunenmijns. Bij toeval. Hij kocht het huis voor 21.295 gulden. ‘Je bent gek’, zeiden ze: ’Je gaat je hele leven in de schulden zitten.’ ‘Maar toen kwam de welvaart’, concludeert hij met een glimlach.
Leo Janssen