14 juli.- Een van de mooiste punten in Laren is de bocht waar Zijtak, Veerweg en Sint Janstraat elkaar ontmoeten bij het eeuwenoude rijksmonument (ca.1670), de onder het maaiveld gelegen langhuisboerderij met afgewolfde voorgevel van de Gebr. van der Wardt.
Tijdens het dorpsfeest van Sint Jan staan er bij de tuin- en dierbenodigdheden winkel rijendik toeschouwers wanneer de processie richting het kerkhof voorbijtrekt.
Adrie van der Wardt (66) –‘je hebt de A-1, A-2 , maar geen A-3’, zegt hij met pretogen, de jongste van zes uit het warme gezin van Henk van der Wardt en Ger van de Hoven, herinnert zich het immense door een koster uit Hilversum afgeleverde H.Hartbeeld met lampen dat op de hoek die dag ter verering stond.
Eind augustus stopt hij tot groot verdriet van zijn Gooise klanten met de zaak waardoor één van de laatste karakteristieke winkels in ons dorp verloren gaat.
In de met duizenden producten overladen ruimte klinkt bij binnenkomst achter een volgestapelde toonbank waarop weegschaal, vogelpindaboter, bloemenhoning, wespenval, biologische olijfolie, zakjes vol nematoden tegen ‘natuurlijke vijanden’ (als coloradokever, engerlingen en processie rups) en een trommel vol droptoffees, het vredige geluid van ‘Koerdje’.
Na 15 jaar – ‘Mensen vragen me ernaar’- gaat de tortelduif van zijn destijds hoogbejaarde moeder (95) naar de chauffeur die wekelijks de zakken vol diervoeders komt brengen.
‘Mijn vader Henk van der Wardt is het bedrijf begonnen’ vertelt Adri in zijn kantoortje van ruim 1m2 met familiefoto’s en Pa’s diploma van de R.K.landbouwschool in Blaricum aan de muur.
In de oorlog kreeg hij verkering, trouwde mijn moeder en kocht in 1946 dit pand van een keuterboertje, een kleine veeboer die zijn bedrijf met wat koetjes en geiten jarenlang uitoefende. Het was nog bewoond. Mijn ouders ‘hokten’ in een zijkamertje. Pa had vanaf zijn 14e bij Jan Calis op de Molenweg gewerkt. Hij had geen kinderen en mijn vader mocht zijn fouragehandel, verkoop van voer voor kleinvee, overnemen: H. A. van der Wardt v/h J.Calis. Een schraletijd.
Hij was te goeiig. Veel ging op de pof. Hij hield veel van praatjes met mensen en had droge humor. Er kwam een sjieke mijnheer bloembollen uitzoeken. Dat duurde nogal lang voor de andere klanten. Na een tijdje zei de man:’ Doe er maar 5. ‘Is uw tuin wel groot genoeg’, antwoordde mijn vader. Iedereen lachen. Omdat Adrie’s oudste broer Jan zijn vader al vroeg hielp, verwierf hij het recht van koop. ‘Hij liet de boerderij taxeren (fl. 225.000) en kocht ons uit. Pa en Ma mochten er tot hun dood gratis blijven wonen.
Mijn vader was al in de zeventig en sprak Jan en mij aan: ‘Drie is teveel, jullie moeten het maar samen gaan doen. Net voor ik 21 werd, hebben we zaak en voorraad van hem overgenomen en geleidelijk aan afgelost. Ik heb de boerderij toen van Jan gehuurd en samen -we zijn een open boek en elkaars tegenpolen – als Gebr. Van der Wardt voortgezet. Het klikte. De zaak ging steeds beter.
Met sjeu vertelt Adri over bijzondere klanten zoals het ‘eendenvrouwtje’ die haar hele pensioen aan de beesten gaf en met een baal van 50 kilo terug naar Naarden fietste. Of Joop Tak, die zijn bakfiets boordevol karton torenhoog stapelde.
27 augustus sluit de zaak. ‘Jan’s kinderen en mijn kinderen hebben geen interesse in overname. De posters voor uitverkoop zijn van de week besteld. Van 70% tot 20% korting. Het laatste spul gaat voor 10% naar de opkoper.
Adrie: ‘Ik ben moe. Maart, april, juni en juli zijn altijd voor ons topmaanden.’ In september neemt hij rust en gaat 3 dagen verder via het Internet met door hem zelf samengesteld en gemixed vogelvoer.
Bol an mensen, mijn kippen zullen het kippengraan en de kippensnoep van de gebroeders van der Wardt gaan missen. En ik de drop en de gezelligheid en gemoedelijkheid.
Leo Janssen